Je hebt een ganglion aan jouw pols. In overleg met jouw arts heb je besloten jouw ganglion te laten behandelen met een injectie of een operatie.
Het polsgewricht is door een kapsel omgeven. Binnen dit kapsel zit een geleiachtig vocht voor smering van het gewricht. Bij jou is een uitstulping ontstaan van dit gewrichtskapsel of van een peesschede in de pols. Deze uitstulping heeft zich gevuld met geleiachtig vocht. Het is goedaardig en wordt een ganglioncyste genoemd. Het ganglion ziet eruit als een bult onder de huid. Deze bult zit meestal aan de bovenkant van de pols en soms aan de binnenkant.
Meestal heb je geen of weinig klachten van een ganglion aan de pols. Een ganglion wordt vaak wel als vervelend of niet mooi ervaren. Een ganglion geeft pijnklachten in de uiterste standen van het gewricht en bij het steunen op de platte handen. Soms ontstaan er pijnklachten bij druk op de pols.
Het is niet helemaal duidelijk wat de oorzaak is van een ganglion. Wel kan overbelasting een rol spelen. Hierdoor ontstaat irritatie, teveel vocht of slijtage van het gewrichtskapsel. Bij rust zijn de klachten vaak minder.
De arts onderzoekt het ganglion en de plek waaruit het is ontstaan. Om zeker te weten dat de klachten niet komen door een aandoening aan het gewricht, is het soms nodig om een echografie, een röntgenfoto of een botscan te maken.
Een ganglion kan verdwijnen. Daarom behandelen we een ganglion alleen als je al langere tijd klachten hebt. Er zijn twee mogelijkheden: een behandeling met een injectie (punctie) of een behandeling met een operatie. Besef dat een ganglion kan terugkomen. Soms komen de pijnklachten door het overbelaste gewricht. De pijn verdwijnt dan niet na de operatie.
Het ganglion wordt met een injectiespuit via een dun naaldje aangeprikt en leeggezogen. De arts spuit een corticosteroïdpreparaat met verdovingsvloeistof (of een ander preparaat) in het ganglion. Het doel is de holte te laten verkleven. Als het ganglion niet verdwijnt of weer terugkomt, kan de arts deze behandeling nog een keer doen. Dit gebeurt in overleg met jou. In de week na de injectie moet je de plek waar het ganglion zat een paar keer per dag goed masseren.
Als je last hebt van hart- of longklachten, meld dit dan vooraf aan jouw behandelend arts. Geef ook aan of je medicijnen gebruikt, zoals antistollingsmedicijnen. De operatie vindt plaats in dagbehandeling. Dit betekent dat je een (dag)deel wordt opgenomen. De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving of onder narcose. Bij een operatie onder narcose onderzoekt de anesthesist eerst jouw algemene gezondheid.
Een apothekersassistent neemt met jou door welke medicijnen je gebruikt. Neem daarom een actueel overzicht van je medicijnen mee. Dit kun je opvragen bij jouw apotheek. Vertel het ons ook als je medicijnen bij de drogist koopt en gebruikt.
Voor de operatie krijg je een voorbereidend onderzoek: de preoperatieve screening (POS). De anesthesioloog bespreekt dan met je op welke manier je verdoofd wordt tijdens jouw operatie. Ook krijg je een lichamelijk onderzoek. De anesthesioloog schat in welke risico’s er aan jouw operatie en de anesthesie verbonden zijn en hoe we deze risico’s kunnen beperken. Soms is de kennis van een andere arts nodig en stuurt de anesthesioloog je door naar bijvoorbeeld een internist of cardioloog. Als alle onderzoeken klaar zijn, plannen we een datum voor je operatie in. Hiervoor is het nodig dat jouw arts, jouw anesthesioloog en jijzelf akkoord zijn met de operatie. De anesthesioloog bespreekt ook met je welke medicijnen je op de dag van de operatie mag innemen en met welke medicijnen je van tevoren moet stoppen. De anesthesioloog vertelt je daarnaast wat je mag eten en drinken vóór de operatie.
Bekijk hier ook een instructie voorafgaand aan je operatie bij Rijnstate Clinics.
Voor de operatie onderzoeken wij of je bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) bij je draagt. De bekendste BRMO zijn MRSA en VRE. Ze worden ook wel ziekenhuisbacteriën genoemd. In het ziekenhuis zijn veel zieke mensen bij elkaar opgenomen. Hierdoor is de kans op verspreiding groot. Daarom zijn we extra voorzichtig en nemen we een aantal vragen met je door.
De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving of soms onder verdoving van jouw hele arm. Via een kleine snee verwijdert de arts het ganglion en wordt de wond gehecht. Het ganglion gaat soms nog voor onderzoek naar een patholoog.
Na de operatie heb je een drukverband om je hand/pols. Dit verband mag je na twee tot drie dagen zelf verwijderen. Probeer het gebied droog te houden. Draag bijvoorbeeld een plastic zak om jouw arm bij het douchen. Je krijgt een controleafspraak om eventuele hechtingen te laten verwijderen.
Bij deze operatie komen bijna nooit complicaties voor. Zoals bij elke operatie is er wel een kleine kans op een nabloeding of een wondinfectie. Bij een wondinfectie heb je last van steeds meer pijn en is er sprake van zwelling en roodheid van de huid. Neem in deze gevallen contact op met het ziekenhuis.
Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact op met een van onderstaande poliklinieken:
Buiten kantooruren neem je in geval van spoed contact op met de Spoedeisende Hulp via 088 - 005 6680.
Voor deze behandeling ontvangen wij je graag bij Rijnstate Clinics. Rijnstate Clinics is onderdeel van topklinisch ziekenhuis Rijnstate. Bij Rijnstate Clinics zijn we gespecialiseerd in planbare zorg. Planbare zorg is zorg die medisch gezien geen spoed heeft. Maar vaak voor de beleving van de patiënt wel spoed heeft. We bieden de beste medische zorg met snelle toegangstijden, de beste medisch specialisten en een vast zorgteam. Met de vertrouwde expertise en het hoogwaardige operatiekamercomplex van Rijnstate zijn we er voor iedereen.