1. Home
  2. Ziekte van Dupuytren: ‘Mijn vingers zitten niet meer in de weg’

Patiëntverhaal

Ziekte van Dupuytren: ‘Mijn vingers zitten niet meer in de weg’

Door de ziekte van Dupuytren kreeg Albert Visscher verdikkingen in zijn handen waardoor zijn vingers krom gingen staan. Na de behandeling bij Rijnstate Clinics wordt hij nu niet meer belemmerd bij alledaagse bezigheden.

Sinds twee jaar is Albert met pensioen. In zijn werk zat hij veel achter een bureau; thuis daarentegen maakte hij juist graag zijn handen vuil. Bijvoorbeeld door lekker te sleutelen in de garage. Toen merkte hij voor het eerst dat er wat aan de hand was – letterlijk. “Met zo’n hobby werk je veel met kleine onderdelen. Op een gegeven moment wilden mijn vingers niet meer meewerken als ik bijvoorbeeld een schroefje vastpakte. Toen dacht ik: hier moet ik eens naar laten kijken.”

Albert kon terecht bij hand- en polszorg van Rijnstate Clinics. Hij bleek de ziekte van Dupuytren te hebben. Bij deze goedaardige aandoening verdikt het bindweefsel onder de huid van de handpalm en vingers. Na verloop van tijd verschrompelen de knobbels, waardoor vingers krom kunnen gaan staan. “Het is niet pijnlijk, maar wel heel onhandig”, zegt Albert. “Met ruw werk heb je er geen last van. Wanneer wel? Het lepeltje. De pen. Het dopje. Het schroefje. Het zit ‘m in die kleine finesse. Probeer maar eens een pen vast te houden als je vingers niet goed staan. Dat lukt bijna niet.” Ook kon Albert door de verdikkingen zijn trouwring niet meer om. “Handig hoor, dan was ik niet getrouwd”, grapt hij.

Erfelijk?

Waar de ziekte van Dupuytren door komt, is niet bekend. Het is niet bewezen dat het erfelijk is, wel dat de aandoening in bepaalde families vaker voorkomt. Albert: “Mijn moeder is in 2018 overleden, maar daarvoor zat ze tien jaar in een verpleeghuis. Ze had heel vaak een poppetje in haar handen, en op een gegeven moment deed ze haar handen niet meer open. Toen heb ik daar nooit iets achter gezocht. We dachten dat ze misschien te weinig beweging in haar handen kreeg waardoor de vingers stijf waren geworden. Later, toen ik de diagnose Dupuytren kreeg, legde ik eigenlijk pas de link.”

Voor de ziekte van Dupuytren zijn twee soorten behandelingen: een naaldbehandeling of een operatie. Bij een naaldbehandeling wordt de streng met een naald doorgeprikt, waarna de vinger weer verder kan strekken. Bij een operatie verwijdert de arts het aangedane weefsel waardoor de vinger weer rechter gaat staan. Met Dupuytren valt prima te leven, maar het advies is om niet te lang te wachten met een behandeling. Want hoe langer je ermee wacht, hoe ingrijpender de behandeling zal zijn. En als je er echt te lang mee blijft rondlopen, kan het zijn dat een behandeling überhaupt niet meer mogelijk is.

“Toen de dokter dat zei, ging ik overstag”, blikt Albert terug. In totaal heeft hij vier behandelingen gehad: drie operaties en een naaldbehandeling. “Een naaldbehandeling is minder ingrijpend dan een operatie – na één dag mag het verband eraf, en dat was het. Terwijl bij een operatie een dikke maand nodig is om te herstellen. We wilden dus eerst de naaldbehandeling graag proberen, maar helaas had het weinig effect bij mij. Dus daar zijn we van afgestapt.”

Op een operatie zat Albert eigenlijk niet te wachten, geeft hij toe. “Ik ben daar geen held in.” De operatie kan plaatsvinden met een plaatselijke verdoving, zodat de patiënt kan meekijken. Albert koos voor een roesje, en dat beviel hem goed. “Ik heb heerlijk geslapen, ik ben lekker vertroeteld en ze zijn heel lief voor me geweest. Verder heb ik er weinig van mee gekregen. Prima zo!”

Weer getrouwd

Na een paar jaar was het weer raak, nu in de andere hand. Er volgde dus weer een operatie. En nog eens bijna zes jaar later, in januari 2023, was de vierde operatie. In totaal is Albert dus vier keer behandeld voor de ziekte van Dupuytren. Elke keer op een ander plek in de handen. Hij lacht: “Ik heb hier zo onderhand een abonnement. Maar ik hoop dat het nu voorlopig wel even wegblijft.”

Bij deze laatste behandeling was het zijn pink die niet meer kon strekken. Dat maakt alledaagse, kleine dingen, zoals schrijven, het oppakken van een kopje of het openen van een flesje, extra ingewikkeld. “Probeer dan maar eens iets kleins op te pakken. Mijn pink zat dan echt in de weg.” 

Sinds de laatste operatie kan Albert alles weer. “Mijn vingers staan weer recht! Net na de operatie had ik nog geen kracht in mijn vingers. Voor de operatie kon ik nog geen flesje opendraaien, dat moest ik echt aan mijn vrouw vragen. Nu merk ik dat ik het zelf weer kan.”

En die trouwring? Die past weer. Waardoor Albert zich, met zijn vrouw, volledig kan richten op het fijne leven dat ze samen hebben.

Rijnstateclinics.nl plaatst cookies, onder andere om de website gebruiksvriendelijker te maken. U blijft anoniem. Meer informatie leest u in onze privacyverklaring.