1. Home
  2. Informatie
  3. Ziekte van Dupuytren

De arts heeft bij jou de ziekte van Dupuytren vastgesteld. Hier lees je meer over de aandoening en welke behandelingen er mogelijk zijn.

Wat is de ziekte van Dupuytren?

De ziekte van Dupuytren is een aandoening waarbij er bindweefselstrengen ontstaan onder de huid van je handpalm en vingers. Bindweefsel zit overal in je lichaam. Het zorgt er meestal voor dat verschillende structuren, zoals je botten, bloedvaten en pezen, op de juiste plaats worden gehouden. In je hand zit bindweefsel als een laag tussen de huid van je handpalm en de onderliggende bloedvaten en pezen.

Bij de ziekte van Dupuytren wordt het bindweefsel in jouw hand(palm) dikker en het groeit. Op de plaatsen waar het bindweefsel verdikt is, voel je knobbels of strengen in of onder je huid. Deze knobbels en strengen verschrompelen na verloop van tijd, waardoor je vingers of duim krommer gaan staan. Dit kan er uiteindelijk voor zorgen dat je je vingers niet meer kunt strekken. Dit noemen we ook wel klauwhanden.

De ziekte van Dupuytren werd in 1831 voor het eerst beschreven en met een operatie behandeld door baron Guillaume Dupuytren in Parijs. De ziekte is vernoemd naar hem.

Wist je dat...

  • ...dit verschijnsel onder andere namen ook op andere plaatsen in het lichaam voorkomt? In de voet(zool) noemen we dit de ziekte van Ledderhose en in de penis de ziekte van Peyronie.
  • ...ongeveer de helft van de patiënten de ziekte van Dupuytren aan beide handen heeft?
  • ...de ziekte meestal wordt vastgesteld bij mensen tussen de 40 en 60 jaar?
  • ...de aandoening in uitzonderlijke gevallen al voor het 40e levensjaar voorkomt? Vaak hebben deze patiënten een snel verloop van de ziekte, een snelle uitbreiding en een grote kans op terugkeer van de symptomen na een behandeling.

Waardoor ontstaat de ziekte van Dupuytren?

Het is niet bekend hoe het komt dat het bindweefsel van de ziekte van Dupuytren groeit en verdikt. Wel weten we dat de aandoening in bepaalde families vaker voorkomt. Bij een op de vier patiënten blijkt ook iemand anders in de familie last te hebben van de ziekte van Dupuytren. Het is niet bewezen dat Dupuytren een erfelijke ziekte is. Wel kunnen omgevingsfactoren (bijvoorbeeld roken en overmatig alcoholgebruik), andere ziektes (bijvoorbeeld diabetes mellitus en epilepsie) en een eerder handtrauma de ziekte "aanzetten". De ziekte van Dupuytren komt meer voor bij mannen. De kans dat mannen de ziekte krijgen is acht keer groter dan bij vrouwen. Omdat de oorzaak van Dupuytren niet bekend is, kunnen de klachten terugkomen en kan het zijn dat je na verloop van tijd opnieuw behandeld moet worden.

Welke klachten geeft de ziekte van Dupuytren?

De eerste tekenen van de ziekte van Dupuytren zijn onschuldig: een knobbeltje, lichte verharding of juist een intrekking van de huid in je handpalm. In het begin zijn er nog weinig klachten. Door de strengvorming kunnen een of meerdere vingers geleidelijk krommer gaan staan, waardoor de beweging van je vingers wordt beperkt. Hierdoor ontstaan klachten zoals onhandigheid, je vingers of hand stoten, moeite met grijpen en/of handen schudden of last met je handschoenen aan doen. Andere mogelijke klachten zijn pijn of een strak gevoel in de handpalm.

Wanneer is een behandeling nodig?

De ziekte van Dupuytren is een goedaardige aandoening. Als je geen klachten hebt, is behandeling niet direct nodig. Heb je veel last van de kromstand, bijvoorbeeld tijdens je werk, met hobby’s of in je dagelijks leven, dan kan dit een reden voor behandeling zijn. Ook kunnen pijnklachten of een strak gevoel in je hand een reden zijn voor behandeling. Wij raden je wel aan om niet te lang te wachten. In het beginstadium zijn minder ingrijpende behandelingen mogelijk, later soms niet meer.

Hoe kunnen wij je behandelen?

Welke behandeling geschikt is voor jou, is afhankelijk van je klachten. Ook is hierbij belangrijk hoe dik de streng is, hoe krom je vinger staat, om welke gewrichten het gaat en of je hier al eerder voor bent geopereerd. Het is daarom ook belangrijk dat een arts je hand onderzoekt en de streng kan voelen voordat je een advies krijgt over de behandeling.

Naaldbehandeling

Naaldbehandeling is een behandeling die we uitvoeren op de polikliniek. Eerst verdoven we de huid van je vinger of handpalm plaatselijk met enkele prikjes. Daarna prikken we de streng met een naald door, waarna je je vinger weer verder kunt strekken. Meestal is je hand binnen enkele dagen weer volledig hersteld en kun je je hand weer gewoon gebruiken. Deze behandeling noemen we ook wel naaldfasciotomie of aponeurotomie.

Operatie

Een operatie gebeurt op de operatiekamer tijdens een dagopname. De anesthesist zorgt voor een goede verdoving, waarbij je meestal kunt kiezen tussen een narcose of alleen het verdoven van je arm. Bij deze operatie verwijderen we het aangedane weefsel. Hierdoor wordt je vinger weer rechter. Na het verwijderen van het bindweefsel hechten we de wond en verbinden we je hand en vingers met een drukverband. Hierna mag je weer naar huis. Vaak wordt het verband na enkele dagen verwijderd. Na tien tot twaalf dagen kom je terug op de polikliniek en verwijderen we de hechtingen. Het herstel na een operatie duurt minimaal zes weken. Deze behandeling noemen we ook wel partiele fasciectomie of dermofasciectomie.

Nabehandeling met handtherapie

Om te zorgen dat je hand zo goed mogelijk herstelt en het resultaat zo optimaal mogelijk is, is nazorg door een handtherapeut belangrijk. De handtherapeut bepaalt of het nodig is om een spalk te maken om de behandelde vingers te ondersteunen tijdens het herstel. Ook krijg je oefeningen mee voor je vingers en advies voor het gebruik van je hand bij dagelijkse activiteiten. De handtherapeut begeleidt je tijdens het herstel van je hand. Dit gebeurt in overleg met je behandelend specialist.

Voor de operatie

Welke afspraken heb je voor de operatie?

Voorbereidende afspraak

Voor de operatie krijg je een voorbereidende afspraak met een anesthesioloog: de preoperatieve screening (POS). Samen bespreek je dan de wijze van verdoving tijdens de operatie: een plaatselijke verdoving van alleen je arm of narcose.

Afspraak met handtherapeut

Ook verwijst je behandelend chirurg je naar de handtherapeut van het Rijnstate Hand- en Pols Centrum. Je krijgt twee tot vier weken vóór de operatie een oproep voor de afspraak met de handtherapeut. Tijdens deze afspraak geeft de handtherapeut je informatie over de operatie, de revalidatie en worden de bewegingsuitslagen, spierkracht en functie van jouw hand in kaart gebracht. Daarnaast krijg je advies over wat je met je hand mag doen na de operatie.

Hoe bereid je je voor?

Antistollingsmedicijnen

Als je antistollingsmedicijnen gebruikt, moet je hier een aantal dagen voor de operatie mee stoppen. Dit doe je in overleg met je arts en met toestemming van jouw voorschrijvend specialist.

Sieraden

Je mag geen sieraden dragen aan de hand waaraan je wordt geopereerd. Doe sieraden daarom al van tevoren af.

Hulp na de operatie

Denk vóór jouw opname alvast na of je de eerste weken na je operatie ondersteuning nodig hebt bij een aantal dagelijkse (huishoudelijke) taken. Vraag als het nodig is hulp van familie en/of vrienden.

Vervoer naar huis

Na de operatie mag je zelf niet autorijden of fietsen. Regel dus van tevoren vervoer naar huis.

Wat gebeurt er voor de operatie?

Voor de operatie word je opgenomen. De operatie duurt ongeveer 45 minuten. De operatie wordt onder 'bloedleegte' uitgevoerd. Zo is er geen bloedverlies en houdt de arts goed zicht op alle kleine structuren, zoals zenuwen in je hand.

Onderzoek naar BRMO

Voor de operatie onderzoeken wij of je bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) bij je draagt. De bekendste BRMO zijn MRSA en VRE. Ze worden ook wel ziekenhuisbacteriën genoemd. In het ziekenhuis zijn veel zieke mensen bij elkaar opgenomen. Hierdoor is de kans op verspreiding groot. Daarom zijn we extra voorzichtig en doen we vooraf onderzoek bij jou. Met wattenstaafjes maken we enkele uitstrijkjes van je neus, keel, rectum en eventuele wonden. Deze wattenstaafjes worden onderzocht in het laboratorium. Na ongeveer drie werkdagen is de uitslag bekend.

Na de operatie

Wat gebeurt er na de operatie?

Na de operatie leggen we op de operatiekamer een drukverband aan, waarin je hand en vingers verbonden zijn. De niet aangedane vingers laten we zoveel mogelijk vrij, zodat je deze gewoon kunt bewegen. Hierdoor wordt het vocht in je hand na de operatie sneller afgevoerd.

Controleafspraak

Na de operatie heb je binnen twee weken een controleafspraak bij de verpleegkundig consulent. Tijdens deze controle worden de hechtingen verwijderd. De laatste controle is meestal drie maanden na de operatie. Hierbij bekijkt de specialist samen met jou of de behandeling het gewenste effect heeft gehad.

Handtherapeut

Na de operatie krijg je binnen twee tot vier dagen een afspraak bij de handtherapeut of je behandelend arts. De handtherapeut bekijkt de wond en bepaalt of het nodig is om een spalk te maken om het geopereerde gebied te ondersteunen tijdens het herstel. Ook krijg je oefeningen mee voor je vingers en advies voor het gebruik van je hand tijdens dagelijkse activiteiten. De handtherapeut begeleidt je tijdens het herstel van je hand. Dit wordt gedaan in goed overleg met je behandelend specialist. Het resultaat van de behandeling bij je handtherapeut meten we op vaste momenten tijdens de revalidatie.

Waar moet je op letten als je weer thuis bent?

Hand

Houd je hand de eerste dagen hoog in een mitella of op een kussen. Hiermee verklein je de kans op zwelling.

Elleboog en schouder

Houd je elleboog en schouder soepel door je arm regelmatig te bewegen.

Werken

Wanneer je weer kunt werken, hangt af van het werk dat je doet en de wondgenezing. De arts bespreekt dit met je.

Dagelijkse activiteiten

Adviezen over leefregels, dagelijkse activiteiten, autorijden en fietsen krijg je van de handtherapeut.

Risico's en complicaties

Welke risico’s en complicaties kunnen voorkomen bij een operatie?

  • Elke operatie brengt risico’s en complicaties met zich mee. Denk aan een nabloeding, wondinfectie, narcoseproblemen, trombose of een longontsteking. Deze complicaties komen bijna nooit voor en zijn meestal goed te behandelen.
  • De pijn in je hand neemt na de operatie meestal af. Volg de adviezen van jouw specialist op over het innemen van medicatie.
  • Zwelling van de hand is na een operatie heel normaal. Belangrijk hierbij is dat je de eerste dagen na de operatie je hand goed hoog houdt en regelmatig je vingers beweegt.
  • Bij een handoperatie kunnen de gevoelszenuwen van de vingers beschadigd raken en een gedeeltelijke gevoelsstoornis geven. Vooral om een litteken is een verdoofd gevoel normaal.
  • Vegetatieve ontregeling is een complicatie die pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers geeft. Deze complicatie komt bijna nooit voor, maar moet wel op tijd behandeld worden om functiestoornissen te voorkomen.

Contact

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact op met een van onderstaande poliklinieken:

Buiten kantooruren neem je in geval van spoed contact op met de Spoedeisende Hulp via 088 - 005 6680.

Over Rijnstate Clinics

Voor deze behandeling ontvangen wij je graag bij Rijnstate Clinics. Rijnstate Clinics is onderdeel van topklinisch ziekenhuis Rijnstate. Bij Rijnstate Clinics zijn we gespecialiseerd in planbare zorg. Planbare zorg is zorg die medisch gezien geen spoed heeft. Maar vaak voor de beleving van de patiënt wel spoed heeft. We bieden de beste medische zorg met snelle toegangstijden, de beste medisch specialisten en een vast zorgteam. Met de vertrouwde expertise en het hoogwaardige operatiekamercomplex van Rijnstate zijn we er voor iedereen.

Sluiten

Welke informatie wil je downloaden?

Selecteer hieronder welke onderdelen van de pagina je wilt downloaden.

Lettergrootte PDF

Rijnstateclinics.nl plaatst cookies, onder andere om de website gebruiksvriendelijker te maken. U blijft anoniem. Meer informatie leest u in onze privacyverklaring.