In overleg met je oogarts heb je gekozen voor een staaroperatie aan één of beide ogen. Hier lees je wat een staaroperatie inhoudt en wat je na de operatie kunt verwachten.
Vlak achter je pupil en iris (regenboogvlies) zit je ooglens. Om goed te kunnen zien, moeten de lichtstralen hier zonder belemmering doorheen gaan. Er ontstaat dan een scherp beeld op je netvlies, zoals bij een fototoestel. Als je ouder wordt, kan je ooglens minder helder worden. Een troebele ooglens noemen we staar of cataract. Meestal gaat dit langzaam en duurt het jaren voordat de lens is vertroebeld. Dit noemen we ouderdomsstaar. Soms ontstaan er troebelingen binnen enkele maanden. Dit noemen we staar van de achterste schors en komt vaker voor bij relatief jonge patiënten. Staarvorming kan ook versnellen na bijvoorbeeld inwendige oogontstekingen, trauma’s, beschadigingen aan het oog door medicijnen of eerdere oogoperaties.
De klachten hangen af van de ernst van de staar en waar de troebelingen zich bevinden in de lens. Mogelijke klachten zijn:
Patiënten die slechter zien, gaan meestal naar de opticien. De opticien stelt de patiënt een aantal vragen en doet een oogmeting. Als de opticien vermoedt dat de klachten een gevolg zijn van staar, verwijst hij je naar de huisarts of optometrist. De huisarts of optometrist verwijst je vervolgens door naar Rijnstate.
De enige manier om staar te verhelpen is een staaroperatie. Hierbij vervangen we je troebele ooglens door een heldere kunststoflens. Deze lens is meestal van acrylaat en gaat levenslang mee. Je oogarts overlegt met je wat de gewenste brilsterkte is na je operatie. Op basis hiervan bepalen we welke lens voor jou de beste keuze is. Daarbij kijken we ook naar je brilsterkte voor de operatie, de sterkte van het andere oog en of we het andere oog ook opereren.
De kunststoflenzen die wij implanteren worden wereldwijd gebruikt en zijn van de hoogste kwaliteit.
Een monofocale lens wordt het meest gebruikt. Daarmee kun je na de operatie op één afstand scherp zien. De meeste mensen kiezen daarbij voor scherp zien op afstand. Voor dichtbij lezen is dan een leesbril of leesdeel in een bril nodig. Je kunt ook kiezen voor scherp zien op korte afstand, waarbij je een boek of krant kunt lezen zonder bril. Een bril voor afstand blijft dan wel nodig.
Soms kan met het plaatsen van een premium kunstlens de brilsterkte na de operatie verder worden verbeterd dan met een standaard lens. De oogarts bespreek met je of deze lens in jouw geval meerwaarde heeft. Voor premium lenzen wordt door de verzekeraar een eigen bijdrage gevraagd.
Een torische lens kan een cilinderafwijking van het hoornvlies corrigeren. Bij een cilinderafwijking heeft het hoornvlies aan de voorkant van het oog geen mooie ronde vorm, maar een ovale vorm. Een torische kunstlens kan ervoor zorgen dat de brilsterkte na de operatie veel kleiner is dan bij een standaard lens. Voor torische lenzen moet je extra betalen, omdat zorgverzekeraars de lenzen niet vergoeden.
Met multifocale lenzen kun je na de staaroperatie zowel veraf als dichtbij zien zonder bril. Het enige nadeel is dat de contrastgevoeligheid afneemt en je meer moeite krijgt met zien in het donker. Ook voor multifocale lenzen moet je extra betalen, omdat zorgverzekeraars de lenzen niet vergoeden.
Voor alle lenzen geldt dat we door verschillende omstandigheden geen 100 procent garantie kunnen geven dat je op de gewenste sterkte uitkomt.
De kosten van een behandeling worden soms helemaal, soms gedeeltelijk en soms niet vergoed.
Als staar je steeds meer hindert bij bijvoorbeeld je werk, autorijden of het uitoefenen van je hobby’s kan een staaroperatie de oplossing zijn. Je oogarts bekijkt vooraf altijd of een operatie zinvol is. Na de operatie is je zicht namelijk mede afhankelijk van de kwaliteit van andere delen van je oog, zoals het netvlies, hoornvlies en de oogzenuw. Bij al bestaande oogziekten kan een staaroperatie soms weinig verbetering geven.
Rijnstate Clinics biedt ook One-stop-shop staar aan. Bij One-stop-shop staar combineren we een aantal afspraken, waardoor je minder vaak naar het ziekenhuis hoeft. Tijdens het eerste bezoek aan het ziekenhuis vinden het consult en de operatie op één dag plaats. Als er ook nog een operatie aan het tweede oog nodig is, dan wordt die samen met de nacontrole gepland.
De One-stop-shop staaroperatie is vooral bedoeld voor patiënten die minder mobiel zijn en daardoor afhankelijk zijn van anderen om naar het ziekenhuis te komen. Maar de One-stop-shop staaroperatie is ook een oplossing voor patiënten die werken en het lastig is om tijd vrij te maken voor een ziekenhuisbezoek.
Om in aanmerking te komen voor een one-stop-shop staaroperatie moet je verder:
Om te bepalen wat de sterkte van de kunstlens moet zijn, doen we voor de operatie eerst een lensmeting. Meestal gebeurt dit al bij het eerste bezoek aan de poli. Voor een betrouwbare meting is het belangrijk om voor de lensmeting eventuele contactlenzen uit te laten. Harde contactlenzen moet je gedurende twee weken voor de meting uitlaten. Bij zachte lenzen hoeft dit maar twee dagen. Daarnaast is het belangrijk dat je de oogarts informeert als je in het verleden bent behandeld voor een refractieafwijking. Dit kan namelijk de uitkomst van de lensmeting beïnvloeden.
Als de arts tijdens dit bezoek bepaalt dat we gaan opereren, plannen we direct een afspraak voor de operatie in. Hiervoor verwijzen we je naar een medewerker van de operatieplanning. Als de oogarts met je heeft afgesproken dat beide ogen worden geopereerd, zit er meestal een periode van vijf weken tussen beide operatiedatums.
Voor de operatie onderzoeken wij of je bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) bij je draagt. De bekendste BRMO zijn MRSA en VRE. Ze worden ook wel ziekenhuisbacteriën genoemd. In het ziekenhuis zijn veel zieke mensen bij elkaar opgenomen. Hierdoor is de kans op verspreiding groot. Daarom zijn we extra voorzichtig en nemen we een aantal vragen met je door.
Op de dag van de operatie hoef je niet nuchter te zijn. Dat betekent dat je gewoon mag eten en drinken. Ook moet je gewoon je medicijnen blijven gebruiken, zoals je dat gewend was. Dit geldt eveneens voor antistollingsmiddelen, plastabletten en al eerder voorgeschreven oogdruppels. Let op: als je je plastabletten niet hebt ingenomen, gaat de operatie niet door.
Ben je vlak voor of op de operatiedag
Bel dan direct de operatieplanning via telefoonnummer 088 – 005 5292.
Draag op de dag van de operatie geen make-up. Gebruik ook geen lippenstift, crème of wenkbrauwpotlood.
Zorg ervoor dat je geen nagellak op hebt. Gelnagels mogen wel blijven zitten.
Laat op de dag van de operatie je contactlenzen uit.
Doe gemakkelijk zittende kleding aan met bovenkleding die eenvoudig is los te maken. Houd er rekening mee dat bovenkleding een beetje nat kan worden door (schoon) spoelwater tijdens de ingreep.
Wij adviseren je om vooraf vervoer naar huis te regelen. Je mag na de operatie geen voertuig besturen. Degene die je begeleidt, kan wachten in de wachtruimte. Ook is het verstandig dat er, in elk geval de eerste nacht, iemand in de buurt is op wie je een beroep kunt doen.
We raden je af om sieraden en waardevolle spullen mee te nemen naar het ziekenhuis. Wij zijn niet aansprakelijk bij vermissing.
Je neemt het volgende mee naar het ziekenhuis:
De operatie vindt plaats in Rijnstate Velp op de vijfde etage. Bij aankomst mag je plaatsnemen in de ontvangstruimte achter de lift. Je hoeft je niet te melden. Als je aan de beurt bent, roept de spreekuurassistente je op uit de wachtkamer.
Op de verpleegkamer markeren we het te opereren oog en druppelen het met pupilverwijdende, ontstekingsremmende en verdovende druppels. Je voelt daarna nog wel dat het oog en de huid eromheen wordt aangeraakt, maar het doet geen pijn meer.
Vervolgens brengen we je naar de operatiekamer. Tijdens de operatie lig je vrijwel helemaal plat op een comfortabel bed, onder een dunnen en steriele papieren doek en met je hoofd op een hoofdsteun. Een koker met luchtstroom op je borst geeft onder het laken extra zuurstof en genoeg ruimte, zodat je het niet benauwd krijgt. Na het schoonmaken en steriel afplakken van je oogleden plaatsen we een ooglidspreider, waarmee we je ooglid openhouden.
We spoelen het oog tijdens de operatie regelmatig om uitdroging te voorkomen. Je voelt dat de oogarts bezig is met je oog, maar het doet geen pijn. Als je tijdens de operatie moet hoesten of kuchen, waarschuw de oogarts dan.
De oogarts vergruist de troebele ooglens door een zeer klein sneetje van ongeveer 2,2 millimeter en zuigt de vergruisde ooglens vervolgens op. Dit noemen we phaco-emulsificatie. Je hoort daarbij het geluid van de vergruismachine.
Na het verwijderen van de troebele lens plaatst de oogarts de kunstlens. Deze wordt door een sneetje in het oog gebracht. Meestal is er geen hechting nodig. Tot slot krijg je antibioticumzalf in je oog.
Bijna alle staaroperaties worden uitgevoerd met een druppelverdoving. In overleg met de oogarts zijn er echter ook andere vormen van verdoving mogelijk.
Bij deze verdoving geeft de anesthesioloog of oogarts een injectie onder het oog. Vooraf krijg je een infuusnaaldje in je hand of arm. Na een prikverdoving voel je geen pijn, kan je oog niet of nauwelijks bewegen en zie je enkel uren weinig of niets met het oog.
Deze diepere vorm van verdoving wordt ook vaak toegepast en is vooral geschikt voor mensen die hun oog niet kunnen stilhouden.
Hierbij wordt de verdovingsvloeistof met een klein hol buisje onder het slijmvlieslaagje van het oog door naar achter het oog verdeeld. Het zetten van deze verdoving voel je vrijwel niet. De verdoving werkt (net als bij de prikverdoving) dieper en je kunt het oog niet of nauwelijks bewegen. Het enige kleine nadeel van deze methode is dat het oog na de operatie rood kan zien op de plaats waar de verdoving is gezet.
In uitzonderlijke situaties opereren we onder algehele verdoving (narcose).
Een staaroperatie duurt 10 tot 15 minuten. Na de operatie brengen we je naar de ogenkamer. Hier volgt het ontslaggesprek en na een kopje koffie of thee mag je weer naar huis. In totaal ben je anderhalf tot twee uur in het ziekenhuis.
De ochtend na de operatie kun je zelf met een schoon gaasje of een tissue de zalf voorzichtig van de ooglidrand en uit de ooghoek vegen. Druk daarbij niet tegen de oogbol.
Om een ooginfectie te voorkomen en het oog beter te laten genezen, moet je het geopereerde oog drie weken druppelen met twee soorten oogdruppels. Deze druppels kun je op de dag van de operatie ophalen bij de Poli-apotheek op de begane grond van Rijnstate Velp. Voor het druppelen houd je onderstaand schema aan:
Week 1
Week 2
Week 3
In tegenstelling tot wat er in de bijsluiter van de medicijnen staat, kun je deze druppels gewoon drie weken gebruiken. Als je zelf niet kunt druppelen, zorg dan dat je hulp van anderen krijg. Is er niemand in de omgeving die je kan helpen, neem dan ruim voor de operatie contact op met een thuiszorgorganisatie bij u in de buurt. De apotheek kan je ook adviseren over handige flessenhoudertjes, die het zelfstandig druppelen makkelijker maken.
Na het afbouwen van de oogdruppels kun je nog een tijdje het gevoel hebben dat er een zandkorrel in je geopereerde oog zit. Dit kan enkele weken duren, maar gaat meestal vanzelf weg.
Wat mag je wel:
Wat mag je niet:
Bij iedere patiënt verschilt de tijd van herstel en het zicht na de staaroperatie. Daarom kunnen we geen goed advies geven of je wel of niet mag autorijden. Je kunt zelf of in overleg met de oogarts het best beoordelen of autorijden verantwoord is. Je mag zonder bril autorijden als je zicht zonder bril beter is dan 50%. Laat dit meten bij een opticien.
Direct na de operatie en de dagen erna kan het zicht nog slecht zijn, soms zelfs slechter dan voor de operatie. Dit verbetert meestal in de loop van de dagen. Na de operatie kun je door het wondje last hebben van een geïrriteerd oog, alsof er een korreltje zand inzit. Dit kan geen kwaad en wordt vanzelf minder. De pupil kan groter zijn dan in het niet-geopereerde oog. Dit komt door de druppels en medicijnen, die voor de operatie zijn gegeven. De pupil wordt in de loop van de dag of na enkele dagen weer kleiner.
Je bril corrigeert het geopereerde oog niet meer optimaal. Je kunt het brillenglas tijdelijk laten vervangen door de opticien. Het duurt echter vier tot zes weken voor er een meer stabiele meting kan worden gedaan. Bij leesklachten kan een (goedkope) leesbril een tijdelijke oplossing zijn.
Elke operatie brengt risico’s en complicaties met zich mee. Bij een staaroperatie zijn die echter heel klein. Het risico op complicaties is minder dan 1 procent.
Wanneer neem je contact op?
Neem direct telefonisch contact op met je arts:
Bij vragen of twijfel kun je ook altijd contact met ons opnemen. Tijdens kantooruren, van 8.30 tot 16.30 uur, is de Polikliniek Oogheelkunde bereikbaar via telefoonnummer 088 – 005 5292 of oogheelkunde@rijnstateclinics.nl. Buiten kantooruren en in het weekend bel je het centrale nummer van Rijnstate: 088 – 005 8888.
Drie tot vijf weken na de operatie krijg je een controle op de polikliniek bij een Technisch Oogheelkundig Assistent (TOA), optometrist of de oogarts zelf. Dan wordt precies opgemeten hoe scherp het oog ziet en of er nog een bril nodig is. Mogelijk wordt ook nog besloten om het andere oog te opereren. Bij patiënten die een One-stop-shop staartoperatie ondergaan, wordt op de dag van de nacontrole ook direct het tweede oog geopereerd.
Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde via 088 - 005 5292 (8.30 uur tot 16.30 uur) of oogheelkunde@rijnstateclinics.nl.
Buiten kantooruren neem je in geval van spoed contact op met de Spoedeisende Hulp via 088 - 005 6680.
Voor deze behandeling ontvangen wij je graag bij Rijnstate Clinics. Rijnstate Clinics is onderdeel van topklinisch ziekenhuis Rijnstate. Bij Rijnstate Clinics zijn we gespecialiseerd in planbare zorg. Planbare zorg is zorg die medisch gezien geen spoed heeft. Maar vaak voor de beleving van de patiënt wel spoed heeft. We bieden de beste medische zorg met snelle toegangstijden, de beste medisch specialisten en een vast zorgteam. Met de vertrouwde expertise en het hoogwaardige operatiekamercomplex van Rijnstate zijn we er voor iedereen.