1. Home
  2. Informatie
  3. Knieprothese

In overleg met de orthopedisch chirurg heb je besloten dat je een knieoperatie krijgt. Hier vind je meer informatie over de behandeling, de voorbereiding, je verblijf in het ziekenhuis en de periode daarna.

Patient Journey App

Je kunt jezelf voorbereiden op de operatie door de informatie door te lezen. Je kunt er ook voor kiezen om de Patient Journey App te installeren op je telefoon of tablet en de informatie daar door te nemen. De gratis Patient Journey App biedt patiënten én naasten de juiste informatie over de behandeling, op het juiste moment. Hierbij maakt de app gebruik van handige pushnotificaties. Doorloop de volgende stappen om de app in gebruik te nemen:

  1. Zoek op je telefoon in de Apple App Store of Google Play Store naar Patient Journey App of gebruik één van onderstaande links
  2. Download deze gratis app
  3. Accepteer de pushnotificaties
  4. Zoek naar Rijnstate Zorgapp
  5. Selecteer de juiste behandeling en druk op ‘Start’

Download in de App Store

Download via Google Play

De knie

Het kniegewricht

Het kniegewricht is het grootste en meest complexe gewricht van het menselijk lichaam. De natuurlijke knie bestaat uit drie botstukken: het dijbeen (femur), het scheenbeen (tibia) en de knieschijf (patella).

In het kniegewricht zijn de uiteinden van het dijbeen, het scheenbeen en de achterkant van de knieschijf bedekt met glad kraakbeen. Door dit kraakbeen is er een soepele beweging tussen de twee botuiteinden mogelijk. Als een gezonde knie een beweging maakt, bewegen de twee gewrichtsvlakken makkelijk en zonder pijn ten opzichte van elkaar. Tussen de twee uiteinden van het dijbeen en het scheenbeen bevindt zich een andere kraakbenige structuur, meniscus genaamd, die als demper fungeert. Het kniegewricht wordt afgesloten door een gewrichtskapsel, dat een slijmvlies bevat. Dit produceert een vloeistof. De vloeistof en de meniscus werken als schokbreker. Ze absorberen de krachten die op het gewricht komen tijdens een activiteit.

Sterke gewrichtsbanden verbinden het dijbeen met het scheenbeen, bedekken het gewricht en stabiliseren het. De bewegingen van de knie worden aangestuurd en gecontroleerd door de sterke dijbeenspieren en de spieren van het onderbeen. Een gezonde knie laat het been vrij bewegen binnen zijn bewegingsbereik en absorbeert schokken die ontstaan door activiteiten zoals lopen en rennen.

Artrose

Artrose (gewrichtsslijtage) is een aandoening van de gewrichten die voornamelijk op oudere leeftijd voorkomt. Door aangeboren afwijkingen, beschadiging na breuken of ontstekingen, kan artrose ook eerder ontstaan. Bij artrose raakt het kraakbeen in het gewricht beschadigd. Het gaat in kwaliteit achteruit. Door de afname van het kraakbeen kan het gewricht minder goed de schokken van een beweging opvangen. Uiteindelijk kan het kraakbeen geheel verdwijnen en bewegen ruwe botuiteinden tegen elkaar. De gewrichtsvlakken kunnen daardoor niet meer soepel langs elkaar glijden. Bewegen doet dan pijn en gaat gepaard met kraken. De belasting op de botten onder het kraakbeen verandert. Er komt meer kracht op. Het bot probeert deze grotere belasting op te vangen door wat breder te worden. Aan de rand van het bot kunnen zich benige uitsteeksels vormen.

Artrose in de knie

Gevolgen van artrose in de knie

Als het kraakbeen verdwijnt, kunnen je benen scheef gaan staan. Zo ontstaat een O-been als het kraakbeen aan de binnenkant van de knie is verdwenen en een X-been als het kraakbeen aan de buitenkant is verdwenen. Dat gaat samen met pijn en stijfheid van de knie, vooral bij het lopen, staan en traplopen. Verdwijnt het kraakbeen dan wordt ook het kapsel aangetast dat de botdelen bij elkaar moet houden. De knie wordt slapper en gaat zwikken. Het is steeds moeilijker om in evenwicht te blijven lopen en uiteindelijk is het nauwelijks meer mogelijk om te lopen.

Hoe kunnen we je behandelen?

Er zijn medicijnen die de kniepijn kunnen onderdrukken, maar deze kunnen het slijtageproces niet stoppen. Met fysiotherapie kan het achteruitgaan van het kniegewricht worden vertraagd. Als medicijnen en fysiotherapie geen verlichting brengen en de beweeglijkheid afneemt, is een operatieve ingreep vaak de enige oplossing. Je bespreekt dit met de orthopedisch chirurg. Hij test de functie van je knie, neemt de klachten met je door en jullie bekijken samen de röntgenfoto’s van je knie. Als er reden is om te opereren dan bespreekt de orthopedisch chirurg dit met je en plaatst je op een wachtlijst voor een nieuwe knie. Het kniegewricht wordt dan vervangen door een prothese.

Waarom krijg je een knieprothese?

Het doel van het implanteren van een knieprothese is:

  • het verminderen van pijn en het verbeteren van kwaliteit van leven;
  • functieverlies van je knie herstellen;
  • eventuele vergroeiingen corrigeren, bijvoorbeeld O- of X-benen.

Als je een knieprothese krijgt is dat een ingrijpende gebeurtenis. Een goede voorbereiding is erg belangrijk.

Voor de operatie

Gebruik deze checklist bij de voorbereiding op je operatie.

Welke afspraken heb je voor de operatie?

Bloedprikken

Een spreekuurassistente van de polikliniek verwijst je na het bezoek aan de orthopedisch chirurg door naar het laboratorium voor bloedafname.

Ben je na telefonisch contact met de orthopedisch chirurg op de wachtlijst geplaatst voor de knieoperatie? Kom dan ongeveer een week voor de afspraak met de anesthesioloog naar een prikpost van Rijnstate om bloed te laten prikken. Dit kan tot uiterlijk de dag voor je afspraak op de Preoperatieve Screening (POS). Neem je Rijnstatekaart mee naar de prikpost.

Preoperatieve screening

De preoperatieve screening bestaat uit twee onderdelen:

  • een afspraak bij de apothekersassistente voor het doornemen van je medicijngebruik;
  • een afspraak bij de anesthesioloog voor preoperatief onderzoek.

Medicijngebruik

Gebruik je medicijnen? Dan neemt een apothekersassistent je medicijngebruik met je door. Zorg ervoor dat je een actueel medicijnoverzicht bij de hand hebt. Deze kun je opvragen bij je eigen apotheek. Het kan voorkomen dat de ziekenhuisapotheek meer informatie over je medicijngebruik opvraagt bij je eigen apotheek. Als je hier bezwaar tegen hebt, kun je dit telefonisch doorgeven aan de ziekenhuisapotheek. Zij zijn bereikbaar via telefoonnummer 088 - 005 6322. Vergeet niet om de medicatie die je bij de drogist hebt gehaald door te geven.

Preoperatief onderzoek

Tijdens het preoperatief onderzoek bespreekt de anesthesioloog de wijze van verdoving tijdens de operatie met je. De anesthesioloog schat in welke risico's bij jou aan de operatie en de anesthesie verbonden zijn en hoe we deze risico's kunnen beperken. Soms is de expertise van een andere specialist noodzakelijk en stuurt de anesthesioloog je door naar bijvoorbeeld een internist of cardioloog. Het kan voorkomen dat de anesthesioloog op medische gronden beslist, dat de operatie in Rijnstate Arnhem moet plaatsvinden.

Van de anesthesioloog hoor je ook welke medicijnen je op de dag van de operatie nog mag innemen en met welke medicijnen je van tevoren moet stoppen. Uitzondering hierop zijn antistollingsmiddelen. Volg hierin het advies dat je van de orthopedisch chirurg hebt gekregen. De anesthesioloog bespreekt daarnaast de voorschriften rond eten en drinken vóór de operatie met je.

Afspraak bij de orthopedisch consulent

Tijdens het gehele traject heb je een vast aanspreekpunt; de orthopedisch verpleegkundig consulenten. Tijdens de afspraak neem je samen de vragenlijst door die je vooraf hebt ingevuld. Je neemt de vragenlijst me naar het gesprek in het ziekenhuis. Vindt de afspraak plaats via een videoconsult? Dan houd je deze bij de hand tijdens het gesprek. Je krijgt informatie over de opname en de operatie. Verder informeert ze je over de hulpmiddelen die je nodig hebt en wat je kunt verwachten in de periode na de operatie. Ook als je weer thuis bent zijn de consulenten je eerste aanspreekpunt. Twijfel je of bepaalde klachten erbij horen? Neem dan contact op met de consulent.

Afspraak bij Fysiotherapie

We maken voor jou een afspraak voor een eenmalige bijeenkomst in het ziekenhuis. De afdeling Fysiotherapie verzorgt dit. Het is een groepsbijeenkomst voor patiënten die net als jij een knieprothese krijgen. Tijdens de bijeenkomst informeert de fysiotherapeut je over de behandeling en spreekt hij of zij de oefeningen en activiteiten die het herstel na de operatie bevorderen met je door. Verder oefen je het lopen met elleboogkrukken of een loophulpmiddel dat bij jou past. Deze bijeenkomst duurt ongeveer één tot anderhalf uur. Neem je krukken of rollator mee.

Wanneer word je geopereerd?

Een medewerkster van de afdeling Opnameplanning neemt na het consult met de orthopedisch chirurg contact met je op voor het bespreken van de voorlopige operatiedatum. Na je afspraak bij de anesthesioloog zal duidelijk zijn of de datum definitief gemaakt kan worden. De bevestiging van de operatiedatum krijg je via e-mail of per post. Heb je een of meerdere onderliggende medische aandoeningen, zoals hartziekten, diabetes of morbide obesitas die het verloop van de behandeling kunnen beïnvloeden? Dan krijg je de operatiedatum nadat je gezien bent door de anesthesioloog en een akkoord hebt gekregen voor de operatie.

Wat moet je regelen voor na de operatie?

Na je operatie heb je thuis ondersteuning nodig bij dagelijkse activiteiten zoals jezelf wassen en aankleden, en huishoudelijke werkzaamheden. Er zijn verschillende vormen van nazorg waar je een beroep op kunt doen:

Mantelzorg

Je schakelt je partner, kinderen, buren, vrienden en/of kennissen in om je te helpen na het ontslag uit het ziekenhuis. Misschien kun je, zolang je hulp nodig hebt, bij familie of andere bekenden logeren of kunnen zij bij jou logeren. Onze ervaring is dat je met behulp van hulpmiddelen al snel zelfstandig je persoonlijke verzorging kunt doen. Kun je geen gebruik maken van hulpmiddelen of niet terugvallen op mantelzorg? Dan bestaan er diverse mogelijkheden van zorg na het ontslag uit het ziekenhuis:

  • thuiszorg (voor hulp bij de dagelijkse verzorging of verpleegkundige handelingen)
  • maaltijdvoorziening
  • sociale alarmering
  • klusdiensten
  • boodschappendienst
  • huishoudelijke hulp

Je regelt zelf een particuliere huishoudelijke hulp of je vraagt huishoudelijke hulp aan via jouw gemeente. Op de site van de gemeente vind je meer informatie over huishoudelijke ondersteuning en hoe je dit kunt regelen.
Voor de thuiszorg heb je een indicatiestelling nodig. De indicatiestelling vindt plaats na de operatie in het ziekenhuis. De maaltijdvoorziening, sociale alarmering, klusdiensten en boodschappendienst moet je zelf aanvragen. Tijdens het gesprek met de orthopedisch bespreken we welke zaken in jouw situatie raadzaam zijn om te regelen.

Revalideren in een zorghotel of herstellingsoord

Je kunt na ontslag uit het ziekenhuis ook tijdelijk verblijven in een zorghotel of herstellingsoord. De kosten hiervoor zijn voor jezelf. Je kunt bij jouw zorgverzekering navragen of zij een deel van deze kosten vergoeden.

Wil je in een zorghotel of herstellingsoord revalideren? Zoek dan vóór je afspraak op het orthopedisch verpleegkundig spreekuur uit naar welk zorghotel of herstellingsoord je wilt gaan en of dit financieel haalbaar is. Zodra je de operatiedatum hebt gekregen, reserveer je zelf een plek in het door jou gekozen zorghotel of herstellingsoord. Rijnstate Clinics tekent geen medische verklaring voor noodzakelijk verblijf in het zorghotel of herstellingsoord. Het verblijf is op particuliere basis.

Hulpmiddelen

Onderstaande hulpmiddelen zijn te leen bij de thuiszorgwinkel voor maximaal zes maanden. Regel dit voor de operatie.

  • toiletverhoger
  • bedklossen
  • badplank
  • douchestoel

Deze hulpmiddelen zijn over het algemeen verkrijgbaar bij thuiszorgwinkels of in de reguliere winkels zoals de Blokker of Gamma:

  • helping hand (grijpstok)
  • lange schoenlepel
  • kousen aantrekhulp
  • elastische schoenveters
  • stoelpootverhogers (olifantenpoten per set)

Waar moet je rekening mee houden voor de operatie?

Lichamelijke ongemakken voor de operatie

Lichamelijke ongemakken die een infectie kunnen veroorzaken, moeten opgelost zijn voor de operatie. Krijg je in de aanloop naar de operatie te maken met lichamelijke ongemakken zoals een urineweginfectie, een wond of bijvoorbeeld problemen met je gebit? Neem dan op tijd contact op met de orthopedisch consulent. Om de kans op infecties te verkleinen, vragen we je dringend om circa zes weken voor en zes weken na de operatie geen bezoek aan je tandarts te brengen. Je gebit moet voor de operatie wel in orde en gezond zijn.

Injectie in het kniegewricht

Heb je van de huisarts of orthopedisch chirurg een injectie met een pijnstillende en ontstekingsremmende werking in het te opereren kniegewricht gehad? Houd er dan rekening mee dat de operatie pas drie maanden nadat de injectie is gegeven, plaats mag vinden. Binnen deze periode is er namelijk, door de ingespoten corticosteroïden, een verhoogd risico op een wondinfectie.

Bacterie Staphylococcus aureus

Ieder mens draagt van nature bacteriën bij zich. Deze bevinden zich zowel op als in het lichaam. Ze horen bij de mens en hebben vaak een nuttige functie. Normaal gezien beschermt de huid het lichaam tegen allerlei gevaren van buitenaf. Zo worden bijvoorbeeld bacteriën, schimmels en virussen door de huid tegengehouden. Bij een wond is deze beschermlaag stuk en kunnen bacteriën het lichaam binnendringen. In sommige gevallen kan men er dan hinder van ondervinden.

Een infectie van de operatiewond is een complicatie die zich na elke operatie kan voordoen. Bij operaties waarbij kunstmateriaal wordt geïmplanteerd, zoals een knieprothese bestaat het gevaar dat de infectie ook de prothese bereikt. Dit is een vervelende complicatie, waardoor je bijvoorbeeld opnieuw geopereerd moet worden en langdurig antibiotica moet gebruiken.

De bacterie Staphylococcus aureus is een belangrijke veroorzaker van wondinfecties. Ongeveer 30 tot 40 procent van de Nederlandse bevolking is ‘drager’ van Staphylococcus aureus die vooral voorkomt op de huid en in de neus. Om het risico op een wondinfectie met deze bacterie te verminderen adviseren wij je een behandeling die de bacterie tijdelijk verwijdert uit de neus en van de huid. De behandeling bestaat uit het gebruik van neuszalf en reiniging van het lichaam met speciale desinfecterende zeep. Deze behandeling duurt in totaal vijf dagen en start vier dagen voor de operatie. Er zijn geen bijwerkingen bekend van de neuszalf en de desinfecterende zeep.

Lees meer over de behandeling van Staphylococcus aureus

Hoe bereid je jezelf voor?

Bevestiging van je opnamedatum

Je komt op de ochtend van de operatie naar het ziekenhuis. Je hebt van het opnamebureau een bevestigingsmail of brief met de datum van je opname gehad. De opnamedatum kan afwijken van de operatiedag. Als je eerder opgenomen wordt, heeft dit te maken met speciale voorbereiding op de operatie. Dit kan nodig zijn als je bijvoorbeeld diabetes of een longziekte hebt.

Als je wel op de operatiedag wordt opgenomen, neem je de werkdag ervoor zelf contact op met het ziekenhuis. Je kunt hiervoor bellen met de afdeling Opnameplanning tussen 11.15 en 13.00 uur. Je hoort dan op welk tijdstip wij je in het ziekenhuis verwachten. Het telefoonnummer staat vermeld in de brief en/of mail van de afdeling Opnameplanning.

Wat neem je mee naar het ziekenhuis?

Je neemt het volgende mee naar het ziekenhuis:

  • medicijnen die je gebruikt, in de originele verpakking
  • toiletspullen
  • hulpmiddelen en/of protheses die je gebruikt (zoals bril en hoorapparaat)
  • voldoende ondergoed en comfortabele (nacht)kleding
  • goed ingelopen, stevige platte schoenen
  • krukken, eventueel rollator
  • mupirocine neuszalf (Bactroban)
Wij raden je aan om sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk bij vermissing

Opnamedag

Voor Rijnstate Zevenaar meld je jezelf op de begane grond bij de receptie, tegenover de hoofdingang. Een medewerkster van de receptie verwijst je naar de verpleegafdeling.

Bij opname in Rijnstate Arnhem meldt je jezelf op de begane grond bij de patiëntenontvangstbalie. Vervolgens ga je naar de Ontvangstruimte Operatiekamers. Dit is een afdeling waar patiënten van verschillende specialismen worden opgenomen.

Lees meer over de voorbereidingen in de Ontvangstruimte

Na de operatie kom je op de verpleegafdeling. Daar informeren ze je over de verdere gang van zaken op de afdeling.

Voorbereiding in het ziekenhuis

Zorg dat je jezelf houdt aan de instructies die vermeld staan in de patiënt-informatiebrief die je van de anesthesioloog hebt ontvangen. In deze brief vind je onder andere informatie over medicijngebruik rondom de operatie en het nuchter zijn voor de ingreep. Deze brief kun je ook inzien in Mijn Rijnstate.

Bij een algehele narcose doe je je contactlenzen uit. Als je een gebitsprothese hebt, doe je die uit op de operatiekamer. Daarvoor krijg je een gebitsbakje (met jouw gegevens erop) mee naar de operatiekamer. Vlak voordat je naar de operatieafdeling gaat, krijg je operatiekleding aan. Het kan zijn dat je van de verpleegkundige medicijnen krijgt ter voorbereiding op de operatie. Voordat je de operatiekamer in gaat, krijg je in de voorbereidingsruimte een infuus. Via dit infuus dienen we vocht en medicijnen toe. De anesthesioloog geeft je onder echogeleiding een verdovingsprik in het bovenbeen. Deze prik zorgt voor pijnbestrijding in de eerste uren na de operatie (Adductor Canal block). In de operatiekamer geeft de anesthesioloog de verdoving, in de vorm van een ruggenprik of narcose.

De operatie

Welke operatie is voor jou geschikt?

Bij Rijnstate Clinics plaatsen de orthopedisch chirurgen de halve (hemi) knieprothese en de totale knieprothese. Een halve knieprothese wordt in Rijnstate gedaan als de binnenkant van het gewricht versleten is en de buitenkant nog in orde is. De orthopedisch chirurg vervangt dan alleen de aangedane kant van het gewricht. Bij een totale knieprothese is het kniegewricht als geheel aangetast. Het kraakbeen en de gewrichtsspleten zijn aan beide kanten verdwenen. In Rijnstate plaatsen we de Oxford halve knieprothese van de firma Zimmer Biomet en de Attune totale knieprothese van de firma Depuy Synthes. De orthopedisch chirurg bespreekt met je welke prothese voor jou geschikt is.

Hoe verloopt de operatie?

De orthopedisch chirurg voert de operatie uit, meestal samen met een orthopedisch chirurg in opleiding. Tijdens de operatie ben je onder voortdurende controle van de anesthesioloog. Deze bewaakt onder meer je ademhaling, hartslag en bloeddruk.

De orthopedisch chirurg maakt een verticale snee over de knie en opent het gewrichtskapsel. Bij een totale knieprothese is de snee ongeveer twintig centimeter lang en bij een halve knieprothese is dit ongeveer tien centimeter. Bij het plaatsen van de totale knieprothese wordt de strekpees gedeeltelijk ingesneden om de knieschijf tijdens de operatie te kunnen omklappen. Later wordt deze weer gehecht. De spieren worden niet beschadigd. Het versleten oppervlak van het kniegewricht, de kruisbanden en de menisci worden verwijderd, waarna de arts de versleten botdelen van het scheenbeen en bovenbeen zodanig bewerkt dat de prothese erop past. Om het been soepel te laten scharnieren, krijgen de uiteinden van het bovenbeen en scheenbeen een metalen glijvlak waartussen een kunststofschijf (polyethyleen) geplaatst wordt. De prothese wordt vastgezet met speciaal botcement

Bij een halve knieprothese wordt de binnenzijde van de knie vervangen door metalen glijvlakken en een kunststof schijf. Soms is de knieschijf aangetast en wordt deze ook vervangen.

Op de operatiekamer leggen we een drukverband bij je aan om zwelling en bloeduitstorting zoveel mogelijk tegen te gaan. Het drukverband wordt de dag na de operatie verwijderd. Hierna krijg je een comprinetkous aan die voor de operatie is aangemeten. Deze kous draag je overdag om eventuele zwelling tegen te gaan. Je knie wordt de eerste uren na de operatie in een buigstand van ongeveer 60 graden gehouden. De wond wordt gehecht met ‘nietjes’. Veertien dagen na de operatie worden deze nietjes verwijderd. De operatie duurt ongeveer één tot anderhalf uur.

Links: een totale knieprothese, rechts: een halve knieprothese

Landelijke registratie Orthopedische Implantaten

Je operatiegegevens worden geregistreerd in de Landelijke registratie Orthopedische Implantaten. Met dit register neemt het inzicht in de effectiviteit en kwaliteit van protheses toe. Als je hier bezwaar tegen hebt, dan kun je dit kenbaar maken aan je behandelend orthopedisch chirurg.

Bekijk de video voor meer informatie over de landelijke registratie van prothesen. 

Na de operatie

Wat gebeurt er na de operatie?

Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Hier controleren we regelmatig je bloeddruk, hartslag, temperatuur en ademhaling. Als je goed wakker bent, ga je naar de verpleegafdeling en bellen we je contactpersoon. We bouwen geleidelijk eten en drinken weer op. Na de operatie kun je pijn hebben. Je krijgt op vaste tijden tabletten tegen de pijn. Als dit niet voldoende is, schrijft de anesthesioloog andere medicijnen voor in de vorm van een injectie. Tegen eventuele misselijkheid als gevolg van de operatie kun je medicijnen krijgen. Je krijgt antibiotica via een infuus. De eerste van in totaal twee giften krijg je tijdens de operatie, 6 uur later de tweede gift. Na de tweede gift wordt in principe het infuus verwijderd.

Het kan voorkomen dat de anesthesioloog beslist om je één nacht naar de afdeling PACU (Post Anesthesia Care Unit) te laten gaan. Deze afdeling is bedoeld voor extra controle. Als alles goed gaat, mag je de dag na de operatie weer naar de kamer op de verpleegafdeling.

Injecties

Om trombose te voorkomen krijg je voor vier weken bloedverdunnende middelen voorgeschreven. De eerste week in de vorm van een injectie en daarna in tabletvorm. Je start met de injecties op de operatiedag. De dag na de laatste injectie begin je met de tabletten.

Tijdens de opname leer je van de verpleegkundige hoe je jezelf kunt injecteren. Als je al antistollingsmiddelen gebruikt, kan het in jouw geval anders zijn.

De wond is afgedekt met een speciaal verband, dat ontwikkeld is om zeven dagen te blijven zitten. Het bestaat uit een absorberend gedeelte en een comfortabele, flexibele laag die waterproof is. Het verband kan veel vocht absorberen en vasthouden en vormt een barrière voor bacteriën en virussen waardoor de kans op een wondinfectie geminimaliseerd wordt. Het vrijkomen van bloed en vocht na de operatie is normaal. Je mag het verband zeven dagen na de operatie thuis verwijderen.

Fysiotherapie na de operatie

Ongeveer drie uur na de operatie komt de fysiotherapeut bij je langs. Hij of zij informeert je over de behandeling, neemt de eerste oefeningen met je door en je start onder begeleiding met lopen met een loophulpmiddel.

Dit lopen breiden we tijdens je opname uit totdat je weer zelfstandig met een loophulpmiddel kunt lopen. De fysiotherapeut oefent de beweeglijkheid met je. Maar ook de kracht en het op de juiste wijze gebruiken van je knie tijdens dagelijkse activiteiten.

Naar huis

Wanneer mag je naar huis?

Als er geen complicaties zijn zoals een lekkende wond, ga je één dag na de operatie weer naar huis, zodra je het volgende zelf kunt:

  • Zelfstandig in en uit bed komen (als je alleen woont);
  • Veilig en zelfstandig met een loophulpmiddel lopen.

Het vervoer van het ziekenhuis naar huis regel je zelf.

Revalideren in een zorghotel of herstellingsoord

Heb je ervoor gekozen om na ontslag uit het ziekenhuis tijdelijk in een zorghotel of herstellingsoord te verblijven? Dan is het belangrijk dat je daar een reservering hebt gedaan. Een dag na de operatie ga je met ontslag als er geen complicaties zijn. Ga je naar een zorghotel of herstellingsoord, dan gelden dezelfde ontslagrichtlijnen als voor de patiënten die naar huis gaan. Je regelt zelf het vervoer naar het zorghotel. Het ziekenhuis tekent geen medische verklaring voor noodzakelijk verblijf in het zorghotel of herstellingsoord.

Mogelijkheden vervoer

Je kunt in een personenauto naar huis, het zorghotel of herstellingsoord vervoerd worden door familie of kennissen. Dit is de meest voorkomende wijze van vervoer na een knieoperatie. Een andere mogelijkheid is om gebruik te maken van een (rolstoel)taxi. Dit vervoer krijg je niet vergoed vanuit het ziekenhuis. Het ziekenhuis kan de taxi wel voor je regelen.

Fysiotherapie na ontslag

Eenmaal thuis voer je zelfstandig de oefeningen uit die de fysiotherapeut je in het ziekenhuis heeft geleerd. De revalidatie wordt voortgezet onder begeleiding van een fysiotherapeut bij jou in de buurt. Je krijgt hiervoor een machtiging en overdracht mee. Het is afhankelijk van je zorgverzekering of je alle behandelingen vergoed krijgt. Je kunt hiernaar informeren bij je zorgverzekeraar.

Je neemt zelf contact op met een fysiotherapiepraktijk in je woonomgeving, bij voorkeur al vóór de opname. Het accent van de nabehandeling ligt in de eerste weken op de kwaliteit van het looppatroon en oefeningen die de strek en buigfunctie van je knie bevorderen.

Het lopen met krukken wordt onder begeleiding van je fysiotherapeut afgebouwd van het afwisselend (in kruispas) lopen met twee krukken, naar lopen met één kruk en ten slotte lopen zonder krukken. Voorwaarde hierbij is dat je in staat bent om het geopereerde been goed rechtop te belasten en dat je niet meer mank loopt. Hierdoor worden de spieren die je knie moeten stabiliseren beter geactiveerd. Het is verstandig om de eerste weken trap te lopen met aansluitpas. Als je zelfstandig de dagelijkse activiteiten (lopen, traplopen) kunt uitvoeren en zonder krukken kunt lopen, betekent dit niet dat de kniestabilisatoren al optimaal hersteld zijn. Verder trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut is ook nu nog nodig om aan je individuele fysieke activiteit eisen te kunnen voldoen.

Weer thuis

Waar moet je op letten als je weer thuis bent?

Omdat het gewrichtskapsel enige tijd nodig heeft om te herstellen en weer stevigheid te kunnen bieden, raden we je aan om de eerste zes weken na de operatie de volgende adviezen goed te volgen.

Zitten

Zorg dat je comfortabel zit en makkelijk op kan staan. Ga daarom bij voorkeur op een hoge stoel met armleuningen zitten. Kijk of het toilet op goede hoogte is. Als het nodig is kun je een toiletverhoger lenen. Een stoel of kruk op hoogte voor in de douche kan handig zijn.

Instappen van de auto

Het in en uit de auto stappen wordt makkelijker door de autostoel zo ver mogelijk naar achteren te plaatsen, de rugleuning wat achterover te zetten en eventueel een stevig kussen op de zitting te leggen. Een plastic tas of vuilniszak op de zitting maakt het makkelijk om in en uit de auto te draaien.

Liggen

Het is belangrijk dat je knie in bed zoveel mogelijk gestrekt ligt. Je mag na de operatie op je zij liggen of slapen als de pijn dit toelaat. Het is vaak prettig om een kussen tussen je benen te leggen, als je op je zij ligt. Kijk of je bed op de juiste hoogte staat zodat je makkelijk op kan staan. Je kunt het bed ophogen met klossen of een extra matras.

Let op! Plaats nooit een kussen onder je knie!

Traplopen met krukken

Bij het traplopen moet je altijd de leuning gebruiken en de krukken in de andere hand nemen. Bij het omhoog gaan plaats je eerst het niet geopereerde been op de trede en dan zet je het andere been en de kruk bij. Bij het omlaag gaan plaats je eerst de kruk en het geopereerde been op de trede en daarna zet je het andere been bij.

Aan- en uitkleden

Het kan zijn dat je de eerste tijd hulp nodig hebt bij het wassen en aankleden. Gebruik hulpmiddelen, zoals een lange schoenlepel, een kousen-aantrekhulp en een ‘helping hand’ als dat nodig is.

Baden en douchen

Wij raden je aan om te douchen en om niet in bad te gaan. Als je in bad gaat, buig je de knie te veel. Als je toch in bad wil omdat je geen douche hebt, kun je dit doen met behulp van een badplank die dwars over het bad ligt. Zo kun je zittend douchen. Het kan handig zijn om een beugel(s) in de douche of het toilet te bevestigen. Deze zijn te koop bij een doe-het-zelfzaak.

Huishoudelijke activiteiten

We adviseren om jezelf te laten helpen bij het huishouden. Laat anderen zwaardere huishoudelijke activiteiten overnemen zoals stofzuigen, het bed verschonen, de ramen zemen en boodschappen doen.

Zwelling van het been

Als je been duidelijk dikker wordt, kan dit komen doordat je teveel hebt geoefend of gelopen. Het is dan raadzaam om de oefenactiviteiten en de loopafstand iets te verminderen. De zwelling vermindert als je regelmatig het been hoog legt (op een stoel). Loop meerdere malen een klein eindje, dat is beter dan één keer een grote afstand. Wij adviseren je om de comprinetkous tot zes weken na de operatie overdag te dragen.

Seksuele activiteit

Zodra je er behoefte aan hebt kun je weer seksueel actief zijn. Waarschijnlijk zijn bepaalde houdingen comfortabeler dan andere. Je fysiotherapeut, orthopedisch chirurg of orthopedisch consulent kan eventuele vragen beantwoorden.

Pijn(stilling)

Neem de voorgeschreven pijnstillers op vaste tijden in. Wacht niet tot de pijn komt opzetten. Je kunt beter wakker worden voor het nemen van pijnstillers dan dat je wakker wordt van de pijn. De pijn wordt geleidelijk aan steeds minder. Startpijn, lokale vermoeidheid en een rekkend, trekkend en drukkend gevoel staan na drie tot vier maanden steeds minder op de voorgrond maar kunnen tot ruim een jaar na de operatie nog aanwezig zijn.

Afbouwen van medicatie

Als je merkt dat de pijn afneemt, kun je de pijnstilling afbouwen. Bij sommige mensen kan dit al na enkele dagen. Anderen hebben soms tot zeven weken of langer pijnstilling nodig. Afbouwen betekent dat je steeds minder pijnstillers inneemt totdat je er geen meer nodig hebt. Het is niet verstandig om in één keer te stoppen.

Het kan voorkomen dat bij jou niet alle medicatie die hieronder wordt genoemd is voorgeschreven. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat een bepaald middel niet samengaat met je eigen medicatie.

  1. Als eerste stop je met de Oxycontin. Je bouwt deze af door een dosis van de medicatie per dag te laten vervallen.
  2. Gaat dit goed dan stop je op dezelfde manier met de Naproxen.
  3. Als laatste kun je de paracetamol afbouwen. Paracetamol geeft de minste bijwerkingen. Daarom kun je dit het langst doorgebruiken. Merk je dat de pijnstilling toch onvoldoende is? Dan kun je het verder afbouwen uitstellen.

Zodra je met de Naproxen bent gestopt, stop je ook de met de Omeprazol. Dit is een maagbeschermer die altijd in combinatie met Naproxen gegeven wordt. Stop je met de Oxycontin, dan stop je ook met de Movicolon. Movicolon heeft een laxerende werking en wordt altijd in combinatie met Oxycontin voorgeschreven. Oxycontin heeft als bijwerking dat de darmwerking vermindert. Dit kan verstopping tot gevolg hebben.

Het is belangrijk dat de ontlasting goed op gang komt na een operatie. Als dit niet meteen het geval is, kun je de Movicolon ook twee keer per dag innemen in plaats van één keer per dag. Mocht de ontlasting niet of niet goed op gang komen, ondanks het gebruik van Movicolon en/of een eigen een laxeermiddel, neem dan contact op met je huisarts.

Let op! Als je voor de opname al Omeprazol en Movicolon gebruikte, dan ga je daar gewoon mee door. Heb je andere medicatie voorgeschreven gekregen? Dan heb je hier uitleg over gekregen voordat je naar huis ging.

Houding en beweging

Draai stap voor stap en draai niet staand op de voet van het geopereerde been. Als je zonder loophulpmiddel kunt lopen, mag je over het algemeen zes weken na de operatie weer zelf autorijden, fietsen en zwemmen. Je moet wel voldoende controle over je been hebben en je knie 95 tot 100 graden kunnen buigen. De verpleegkundig specialist of orthopedisch chirurg adviseert je hierin. Voordat je weer begint met fietsen, is het raadzaam om eerst op een hometrainer te oefenen. In verband met de lage instap is in eerste instantie een damesfiets aan te raden.

Wondverband

Je wond is afgedekt met een speciaal verband (Aquacel), dat ontwikkeld is om zeven dagen te blijven zitten. Het bestaat uit een absorberend gedeelte en een comfortabele, flexibele laag die waterbestendig is. Het verband kan veel vocht absorberen en vasthouden en vormt een barrière voor bacteriën en virussen waardoor de kans op een wondinfectie klein is. Het vrijkomen van bloed en vocht na de operatie is normaal. Je mag het verband zeven dagen na de operatie thuis verwijderen. Douchen met het verband mag gewoon.

Verwijderen van het verband

Op het moment dat het verband helemaal verzadigd is, moet het eerder worden vervangen (zie onderstaande plaatjes). Bij verzadiging zwelt het verband op en loopt het bloed en vocht onder de randen door. Je kunt het verband dan vervangen door absorberend verband of een (eiland) pleister. Deze producten zijn te koop bij de apotheek of drogist. Je kunt verbandmateriaal ook via internet bestellen. Is er geen sprake van verzadiging van het verband? Dan laat je het verband zitten tot zeven dagen na de operatie.

Links: gedeeltelijke verzadiging (niet vervangen), rechts: volledige verzadiging (wel vervangen)

Hoe verwijder je het verband?

Zeven dagen na de operatie verwijder je het verband. Was eerst goed je handen voordat je begint. Je kunt het beste een hoekje van het verband een beetje losmaken en daarna aan het verband trekken, zodat het verband loslaat van de huid. Mocht dit lastig gaan, dan kun je de vrijgekomen rand van het verband met wat water nat maken, zodat het verband makkelijker loslaat. Het kan zijn dat de binnenkant van het verband week is en/of roodbruin van kleur. Dit is oud bloed en wondvocht dat door het verband is geabsorbeerd.

Nadat je het verband hebt verwijderd, kun je het beste de wond even kort afspoelen onder de douche. Dep daarna de wond voorzichtig droog en verbind deze met een pleister. Als de wond volledig droog is, hoeft er geen pleister meer op. Als je het prettig vindt om de agraves (nietjes) te beschermen, dan mag je er een gewone pleister op plakken. Gebruik na het verwijderen van het verband bij het douchen geen zeep of bodylotion rondom het wondgebied zolang de wond niet helemaal dicht is.

Implantaatgegevens

Een implantaat is een medisch hulpmiddel dat in uw lichaam is geplaatst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een heup- of borstprothese, een pacemaker, of platen en schroeven. Wilt u meer weten over uw implantaat of prothese? Kijk dan in uw dossier op Mijn Rijnstate in het menu onder 'Implantaten'.  Hier vindt u informatie als de naam, het type implantaat, het serienummer, en de datum waarop u uw implantaat heeft gekregen.

Risico's en complicaties

Welke risico's en complicaties kunnen voorkomen? 

Alle operaties brengen risico’s en ongemakken met zich mee. Afhankelijk van je conditie en de ernst van de slijtage in de knie, kunnen deze in zwaarte wisselen. Wij realiseren ons dat de opsomming van mogelijke complicaties ongerustheid kan geven. Toch vinden wij het belangrijk om een aantal problemen te beschrijven die mogelijk optreden na een knieprothese.

Trombose

Dit is het ontstaan van een bloedstolsel in de aderen van de benen. Om dit te voorkomen is het belangrijk om vroeg na de operatie te beginnen met uit bed komen. Een andere voorzorgsmaatregel is het toedienen van bloedverdunnende medicijnen.

Als een bloedstolsel je aderen blokkeert merk je dit door toenemende pijn in het been. Een trombosebeen kan plotseling ontstaan of gedurende een paar dagen. Deze pijn begint meestal in de kuit, maar kan ook boven de knie beginnen. Hierdoor kun je moeilijker lopen. Daarnaast gaat je been zwellen, trekt je huid strak en kleurt je been rood-paars en gaat het glanzen. Het is vaak pijnlijk of moeilijk om je tenen naar je toe te trekken zodat de kuit op spanning komt. Ook kan je lichaamstemperatuur hoger worden.

Bloeduitstorting/zwelling/nabloeding

De operatie wordt onder bloedleegte uitgevoerd. Dit houdt in dat je een strakke band om je bovenbeen krijgt, deze band zorgt ervoor dat er zo min mogelijk bloed in het operatiegebied aanwezig is tijdens de operatie. Door deze bloedleegte en de operatie is het mogelijk dat er na de operatie een bloeduitstorting met zwelling van het been ontstaat. Na de operatie krijg je een steungevende kous, die de zwelling zoveel mogelijk tegengaat. Deze kous draag je in principe zes weken. Het kan weken tot enkele maanden duren voordat deze zwelling helemaal is verdwenen. Leg je been in rust hoog.

Een bloeduitstorting (een blauwe plek) ontstaat doordat bloedvaatjes zijn beschadigd, en dit bloed zich ophoopt onder de huid. Soms zie je de plek niet meteen, maar pas na een aantal uren of dagen. De bloeduitstorting uit zich de eerste dagen in een blauwe/paarse plek, die langzaam zwartachtig verkleurt en vervolgens vervaagt naar rood, groen en geel. Ten slotte verdwijnt de plek. Ook je tenen kunnen verkleuren. Als je op de bloeduitstorting drukt, doet dat waarschijnlijk pijn.

Heb je last van een flinke bloeduitstorting? Dan zal de plek voortdurend pijnlijk zijn, ook als je deze niet aanraakt. Er zijn homeopathische middelen zoals Arnica en Traumeel te koop, die de klachten kunnen verminderen. Breng de zalf aan op de blauwe plek, maar niet op de wond zolang deze niet helemaal dicht is. De middelen zijn verkrijgbaar bij de drogist en apotheek. Je kunt deze middelen ook gebruiken als je last hebt van spierpijn.

Er kan ook ineens een hoeveelheid bloed uit de wond komen. Dat noemen we een nabloeding. De wond wordt in dit geval opnieuw verbonden met een drukverband.

Complicaties van de anesthesie

Problemen door de vorm van de verdoving, meestal een ruggenprik, kunnen zijn: hoofdpijn, lage bloeddruk en misselijkheid. Deze klachten verdwijnen over het algemeen binnen enkele dagen.

Beschadiging van bloedvaten en zenuwen

Meerdere bloedvaten en zenuwen lopen in de omgeving van het kniegewricht. Deze structuren lopen kans om uitgerekt of beschadigd te raken tijdens de operatie, wat gevoelloosheid en/of slapheid in delen van het geopereerde been tot gevolg kan hebben. Deze klachten verdwijnen over het algemeen binnen enkele maanden.

Merk je dat de buitenkant (lateraal) van je knie gevoelloos is? Dit komt door schade aan de huidzenuwen. Het gevoel in dit gebied herstelt, in de meeste gevallen, geleidelijk aan. Het litteken blijft altijd gevoelloos.

Wondinfectie

Dit kan een oppervlakkige of diepe infectie zijn. Behandeling van een infectie kan plaatsvinden door het toedienen van antibiotica, maar ook een operatieve ingreep kan nodig zijn om de wond te reinigen.

Doorliggen

Doorligplekken, vooral rond de hiel en stuit, kunnen al na één dag bedrust ontstaan. Neem daarom regelmatig de druk weg van je hielen en stuit. Als je een brandend gevoel of pijn ervaart rond deze lichaamsdelen, breng je de verpleegkundige hiervan op de hoogte.

Controles

Welke controles heb je na de operatie?

Wondcontrole

Ongeveer twee weken na de operatie verwachten we je voor een wondcontrole op de polikliniek Orthopedie. De orthopedisch consulent beoordeelt de wond en verwijdert de ‘nietjes’. Bij problemen schakelt de consulent de orthopedisch chirurg of verpleegkundig specialist in. Je kunt ook vragen stellen.

Nacontrole op de polikliniek

Gemiddeld zes tot zeven weken na ontslag uit het ziekenhuis verwachten wij je weer terug op de polikliniek Orthopedie. Je ziet dan een verpleegkundig specialist of orthopedisch chirurg. Samen bespreken jullie het herstel en je krijgt adviezen voor verdere revalidatie, hervatting van sport en eventueel werk.

Voor de afspraak maken we een röntgenfoto om de stand van de prothese te controleren. Het is de verwachting dat je de knie nu minimaal 90 graden kunt buigen en dat de strekking niet meer dan 10 graden beperkt is. Het kan voorkomen dat je in het eerste jaar na de operatie nog een keer voor controle naar het ziekenhuis komt. De verpleegkundig specialist of orthopedisch chirurg informeert je hierover.

Leven met een knieprothese

Door het plaatsen van een knieprothese wordt in de meeste gevallen de pijn helemaal weggenomen en is er een verbetering in vergelijking met de situatie vóór de operatie. Over het algemeen blijven kunstknieën langer dan vijftien jaar goed functioneren. De kwaliteit van een kunstgewricht is echter altijd minder dan die van een natuurlijk gewricht. Het gaat om een verbinding tussen dood materiaal en levend beenweefsel. Deze verbinding kan bij te zware belasting eerder slijten en zelfs geleidelijk losraken, waardoor de prothese gaat bewegen ten opzichte van het bot. Dit is niet alleen pijnlijk, maar betekent ook dat de knie niet meer goed kan worden belast en er toe kan leiden dat er opnieuw een operatie nodig is.

Door rekening te houden met onderstaande punten, bescherm je jouw nieuwe knie:

  • Voorkom infectie en let op de symptomen ervan. Krijg je ergens in je lichaam een infectie (bijvoorbeeld huid, blaas, longen, keel of gebit), dan kan deze infectie in de bloedbaan terecht komen en zich verspreiden naar je knieprothese.
  • Zorg voor een gezond en stabiel lichaamsgewicht.
  • Vermijd sporten met een hoge belasting en doe vooral activiteiten met toestemming van je arts, zoals wandelen, zwemmen of fietsen. Dit is een uitstekende manier om je spieren te versterken en om fit te blijven.

PROMs

We meten je kwaliteit van leven met PROMs

Wij vinden goede zorg verlenen belangrijk. Wat we echter nog belangrijker vinden is om te weten hoe jij je voelt, hoe je het resultaat van de behandeling beoordeelt en hoe je de kwaliteit van leven ervaart. Met andere woorden, wij willen graag dat je na de behandeling weer kunt wat je altijd graag deed (werk, sport, hobby). Daarom doen wij hier onderzoek naar met PROMs. Dit staat voor Patient Reported Outcome Measurements.

Wat houdt het onderzoek in?

Het onderzoek naar hoe je jouw gezondheid ervaart noemen we ook wel PROMs-onderzoek. Gedurende een langere periode vragen we je een aantal keer een (digitale) vragenlijst in te vullen. Dit is één keer voor de operatie en twee keer na de operatie (na zes en twaalf maanden).

Wat doen we met je antwoorden?

Door de vragenlijsten in te vullen geef je ons inzicht in je situatie en het verloop van je behandeling. Je antwoorden worden anoniem gebruikt om:

  • de kwaliteit van onze zorg rond knieoperaties verder te verbeteren. We kijken daarbij naar onze eigen resultaten, maar vergelijken deze ook met andere ziekenhuizen.
  • de uitkomsten van onze behandelingen te laten zien aan patiëntenverenigingen, die daardoor zorgaanbieders kunnen vergelijken. Ook is deze informatie interessant voor zorgverzekeraars om de beste zorg in te kunnen kopen.

Staphylococcus aureus

Je krijgt voor de operatie een behandeling om te voorkomen dat je een infectie krijgt met de bacterie Staphylococcus aureus. Het is een behandeling met een desinfecterende zeep en een zalf (voor in de neus) met daarin antibiotica. De kans op een infectie na de operatie wordt met deze behandeling klein. De orthopedisch consulent zorgt ervoor dat je de neuszalf (Bactroban) en een desinfecterende zeepoplossing (Hibiscrub) kunt afhalen bij je eigen apotheek. De zeep wordt niet vergoed door je zorgverzekering. De behandeling duurt in totaal vijf dagen.

Je start vier dagen voor de operatiedatum met de behandeling

  • Breng twee keer per dag met een wattenstokje of een vinger de mupirocine neuszalf (Bactroban) aan, vooraan in beide neusgaten (aan de binnenkant van de neusvleugels).
  • Was of douche jezelf één keer per dag met de desinfecterende zeepoplossing (Hibiscrub).
  • Was je hoofdhaar de eerste twee dagen ook met de desinfecterende zeepoplossing.
  • Op de dag van de operatie was je ’s morgens je haren en lichaam met de desinfecterende zeepoplossing.

Neem de Bactroban neuszalf bij je opname mee naar het ziekenhuis. Op de avond van de operatiedag gebruik je deze voor de laatste keer.

Bijzonderheden bij het gebruik van de middelen

  • Tijdens de vijfdaagse behandeling mag je geen andere zeep of shampoo gebruiken.
  • Op de dag van de operatie mag je na het douchen en haren wassen geen huidverzorgingsproducten zoals crèmes of lotions gebruiken. Je mag wel deodorant gebruiken. 
  • De neuszalf en de zeepoplossing geven (zeker bij kort gebruik) vrijwel nooit bijwerkingen. Huidirritatie treedt bijna nooit op. 
  • De neuszalf en de zeepoplossing kunnen gecombineerd worden met andere geneesmiddelen.
  • Voor de zeepoplossing geldt: vermijd contact met de ogen en laat het middel niet in de mond of neus komen in verband met mogelijke irritatie. Komt de zeepoplossing toch in je ogen? Spoel je ogen dan direct grondig uit met water.

Wanneer kom je niet in aanmerking voor de behandeling?

Je komt niet in aanmerking voor de behandeling van de bacterie S. aureus als je:

  • Allergisch bent voor mupirocine of chloorhexidine
  • Zwanger bent
  • Borstvoeding geeft

Veelgestelde vragen

  • Heb ik na de operatie geen pijn meer?

    Tijdens de operatie wordt de oorzaak van je pijn weggenomen. Houd er wel rekening mee dat je knie en de wond na de operatie pijnlijk kunnen zijn. Om deze pijn te verminderen kun je verschillende dingen doen. Je kunt bijvoorbeeld pijnstillers innemen, ijspakkingen gebruiken en beenoefeningen doen.

    Eén tot twee weken na de operatie wordt de pijn geleidelijk minder. Drie tot vier maanden na de operatie zal de pijn aanzienlijk minder zijn. Soms voelen patiënten een doffe pijn na lange wandelingen. Dit gevoel kan optreden tot ongeveer twaalf maanden na de operatie. Ook startpijn (pijn bij de eerste stappen na het opstaan) kan nog een tijd aanhouden evenals een bandgevoel rondom de knie. Dit pijnlijke gevoel vermindert zonder behandeling. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of los zit.

  • Hoelang duurt het herstel?

    Na ontslag uit het ziekenhuis heb je een aantal weken hulp nodig. Hulp bij het huishouden, het doen van boodschappen en eventueel bij je eigen verzorging. In het ziekenhuis kunnen we thuiszorg aanvragen voor hulp bij je verzorging als dat nodig is. Onze ervaring is dat je met behulp van hulpmiddelen vaak zelfstandig je persoonlijke verzorging kunt uitvoeren. Je oefent onder begeleiding van je fysiotherapeut de beweeglijkheid van je knie en je traint je spieren om deze sterker te maken.

    Het lopen met krukken wordt onder begeleiding van je fysiotherapeut zo snel mogelijk afgebouwd van het afwisselend (in kruispas) lopen met twee krukken, naar lopen met één kruk en ten slotte lopen zonder krukken. Voorwaarde hierbij is dat je in staat bent je geopereerde been goed rechtop te belasten en dat je niet meer mank loopt. Hierdoor worden de spieren die je knie moeten stabiliseren beter geactiveerd. Loop je liever met een rollator, dan is dit natuurlijk ook mogelijk.

    Het is verstandig om de eerste weken trap te lopen met aansluitpas. Als je zelfstandig je dagelijkse activiteiten (lopen, traplopen) kunt uitvoeren en zonder krukken kunt lopen, betekent dit niet dat de kniestabilisatoren al optimaal hersteld zijn. Verder trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut is ook nu nog nodig om aan je individuele fysieke activiteitseisen te kunnen voldoen.

    Zittend werk kun je soms al na enkele weken hervatten. Wanneer je staand werk weer kunt hervatten, bepaalt je bedrijfsarts in overleg met jou. Meestal kan dit na drie maanden op therapeutische basis.

    Na ruim een jaar is het herstel helemaal voltooid. Pas dan kun je bepalen hoe tevreden je bent over het resultaat.

    Filmpjes over kruklopen en oefeningen bij een knieprothese.

Bekijk alle veelgestelde vragen

Contact

Heb je na het ontslag uit het ziekenhuis vragen of heb je hulp nodig? Dan kun je contact opnemen met de orthopedisch consulenten. Zij hebben een telefonisch spreekuur op werkdagen tussen 9.00 en 9.45 uur.

Problemen

Krijg je last van koorts, extreme pijn, plotselinge roodheid, plotselinge zwelling, toenemende wondlekkage of andere klachten die met je operatie te maken kunnen hebben? Neem dan bij voorkeur contact op met de orthopedisch consulent op werkdagen tussen 9.00 uur en 9.45 uur.

Tijdens kantooruren, buiten het telefonisch spreekuur, bel je met de polikliniek Orthopedie/Chirurgie.

Acute en dringende problemen

Op zaterdag en zondag bel je bij een acuut en dringend probleem dat niet kan wachten tot de eerstvolgende werkdag tussen 10.30 uur en 11.00 uur rechtstreeks met de afdeling Orthopedie van Rijnstate Arnhem. Buiten deze tijden in het weekend en doordeweeks buiten kantooruren bel je met de huisartsenpost van jouw regio.

Wondinfectie

Vermoed je dat je een wondinfectie hebt? Neem dan contact op met de orthopedisch consulent of de (poli)kliniek Orthopedie (of laat je huisarts dit doen). Het is niet verstandig met antibiotica te starten voordat de orthopedisch chirurg de wond heeft beoordeeld. Mochten er wondkweken afgenomen moeten worden, dan zouden de al gestarte antibiotica de uitkomsten van de wondkweken kunnen verstoren. Verwijder in de eerste week na de ingreep het Aquacelverband alleen als dit noodzakelijk is.

Algemene vragen

Voor algemene vragen over je ontslag uit het ziekenhuis kun je bellen met de verpleegafdeling. Ook kunt je via Mijn Rijnstate een e-consult starten. Je krijgt dan meestal binnen twee werkdagen een reactie. Bij spoed is een e-consult niet geschikt.

Heb je nog vragen?

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen, bespreek deze dan met de orthopedisch consulent. Via Mijn Rijnstate kun je altijd een e-consult starten. Je ontvangt dan in de meeste gevallen binnen twee werkdagen een reactie. Bij spoed is een e-consult niet geschikt.

Telefoonnummers

Orthopedieconsulent 088 - 005 7292
Polikliniek Orthopedie 088 - 005 7744
Afdeling Orthopedie Rijnstate Zevenaar 088 - 005 9195
Afdeling Orthopedie Rijnstate Arnhem 088 - 005 6833
Afdeling Fysiotherapie Rijnstate Zevenaar 088 - 005 9544
Afdeling Fysiotherapie Rijnstate Arnhem 088 - 005 6366

Aanbieders van hulpmiddelen

Informatie uitgiftepunten Medipoint 088 - 1020 100
Informatie uitgiftepunten Vegro 0800 - 288 77 66

Over Rijnstate Clinics

Voor deze behandeling ontvangen wij je graag bij Rijnstate Clinics. Rijnstate Clinics is onderdeel van topklinisch ziekenhuis Rijnstate. Bij Rijnstate Clinics zijn we gespecialiseerd in planbare zorg. Planbare zorg is zorg die medisch gezien geen spoed heeft. Maar vaak voor de beleving van de patiënt wel spoed heeft. We bieden de beste medische zorg met snelle toegangstijden, de beste medisch specialisten en een vast zorgteam. Met de vertrouwde expertise en het hoogwaardige operatiekamercomplex van Rijnstate zijn we er voor iedereen.

Sluiten

Welke informatie wil je downloaden?

Selecteer hieronder welke onderdelen van de pagina je wilt downloaden.

Lettergrootte PDF

Rijnstateclinics.nl plaatst cookies, onder andere om de website gebruiksvriendelijker te maken. U blijft anoniem. Meer informatie leest u in onze privacyverklaring.