Je hebt een beknelde zenuw in jouw elleboog. Daarom heeft jouw behandeld arts je doorverwezen naar de plastisch chirurg of neurochirurg. Hier vind je meer informatie over een beknelde zenuw en de behandeling ervan.
In de arm lopen drie grote zenuwen. Een daarvan heet de nervus ulnaris. Deze zenuw loopt via het ‘telefoonbotje’ door een botrichel aan de binnenkant van de elleboog naar jouw hand toe. Door veel jouw elleboog te bewegen of door jouw ‘telefoonbotje’ vaak te stoten, kan de zenuw geïrriteerd raken. Dit geeft de volgende klachten:
Om zeker te weten of jij inderdaad een beknelde zenuw hebt, krijg je een lichamelijk neurologisch onderzoek en een spieronderzoek. Dit spieronderzoek heet een Electromyografie (EMG). Als het nodig is maken we ook een röntgenfoto van jouw elleboog.
Als jouw klachten niet verdwijnen door rust, houdingsadvies en/of medicijnen, kan een operatie nodig zijn. Tijdens deze operatie leggen we de zenuw vrij. Dit heet ‘decompressie’. Meestal is dit voldoende. Soms is het nodig om de zenuw uit de botrichel te halen en naar de voorzijde van jouw elleboog te verleggen. Dit heet ‘transpositie’.
Bij beide operaties krijg je een snee ter hoogte van jouw elleboog. Bij decompressie maken we de zenuw los van het weefsel eromheen. Bij transpositie halen we de zenuw uit de botrichel en verleggen we deze naar de voorzijde van jouw elleboog. Aan de voorzijde leggen we de zenuw op een nieuwe plek, in het vet onder jouw huid. Soms gebeurt dit onder de spier. Dit heet een submusculaire transpositie. We doen dit alleen in speciale gevallen.
De wond wordt dichtgemaakt met hechtingen. Soms krijg je een drain (dun slangetje) om het wondvocht af te voeren. De operatie duurt vijftien minuten tot drie kwartier. Meestal vindt de operatie plaats in dagbehandeling. Je wordt dan opgenomen op de afdeling Dagverpleging. Heel soms is een langere opname nodig.
De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving via een injectie in jouw oksel of onder algehele verdoving. Voor de operatie en de verdoving zijn voorbereidingen nodig. Daarom breng je eerst een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog op de Preoperatieve Polikliniek. De anesthesioloog schat in welke risico’s de operatie heeft en hoe deze kunnen worden beperkt. De anesthesioloog maakt ook afspraken met je over (antistollings)medicijnen en nuchter zijn voor de operatie.
Draag kleding die je makkelijk aan en uit kunt trekken (een wijde blouse of trui). Dit is nodig vanwege het verband dat je na de operatie krijgt.
Regel vooraf het vervoer naar huis. Door de behandeling kun je minder goed rijden, waardoor zelf een auto of fiets besturen onverstandig is. Ook zelf reizen met het openbaar vervoer raden we sterk af.
Zorg ervoor dat je de eerste 24 uur na de behandeling iemand in de buurt hebt die je kan helpen als dat nodig is. Ook moet er een contactpersoon bereikbaar zijn wanneer je in het ziekenhuis bent.
Als je ziek bent, koorts hebt (boven de 38°C) of niet kunt komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de Opnameplanning via 088 - 005 7700. In jouw plaats kunnen we dan nog iemand anders helpen. Met jou maken we een nieuwe afspraak.
Op de dag van opname meld je je op het afgesproken tijdstip in de hal bij de opnamebalie. Hier controleren we jouw gegevens en verwijzen we je door naar de afdeling waar je opgenomen wordt. Hier bereiden we je verder voor en krijg je operatiekleding aan. Vervolgens ga je naar de operatieafdeling.
Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer. Heb je een plaatselijke verdoving gehad, dan ga je al snel terug naar de afdeling. Na een algehele verdoving ga je naar de afdeling als je goed wakker bent. Om jouw arm zit een stevig drukverband. Soms is de zenuw onder de spier gelegd. In dat geval krijg je gips.
Na een plaatselijke verdoving zijn jouw hand en arm een tijd zwaar en gevoelloos. Als het gevoel langzaam weer terugkomt, mag je je vingers weer bewegen. Je hoeft niet in het ziekenhuis te wachten totdat de verdoving is uitgewerkt. Laat jouw arm rusten in een mitella, zolang deze verdoofd is. Leg jouw arm niet op een hard oppervlak.
Na een algehele verdoving mag je als je goed wakker bent uit bed. Dit gebeurt in overleg met de verpleegkundige. Als je op de afdeling Dagverpleging bent opgenomen, mag je dezelfde dag weer naar huis.
Voordat je weer naar huis gaat, maken we voor jou een controleafspraak op de polikliniek Plastische Chirurgie. Verder krijg je uitleg over de wondverzorging thuis. Als je een gipsspalk hebt, vindt de poliklinische controle plaats na drie weken. De spalk wordt dan verwijderd en je krijgt het advies met de elleboog te oefenen. Als je met een drain naar huis gaat, maken we alvast een afspraak om deze te laten verwijderen.
Het drukverband mag je na drie dagen verwijderen, niet eerder. Als je dat wilt, kun je het verband dan vervangen door een dunner verband. Dit dunnere verband mag je nog een week dragen.
Wij raden je aan de mitella tot één week na de operatie om te houden. Het is belangrijk dat je regelmatig jouw schouder en vingers beweegt als jouw arm in de mitella zit.
Zodra jouw elleboog minder pijnlijk is, kun je deze bewegen. Beweeg de elleboog zo normaal mogelijk, behalve als dit te veel pijn doet.
Na de operatie heb je hechtingen. Meestal zijn deze van oplosbaar materiaal. De hechtingen lossen vanzelf op en de hechtknoopjes vallen er vanzelf af. Dit gebeurt meestal binnen twee of drie weken. Ze hoeven dus niet te worden verwijderd. Heb jij andere hechtingen (niet-oplosbaar), dan worden deze tien tot veertien dagen na de operatie verwijderd. Je krijgt hiervoor een poliklinische afspraak.
Na 24 uur kun je weer gewoon douchen. De wond is dan voldoende dicht. Na het douchen moet je de wond droog deppen. Je mag niet baden en zwemmen, totdat de hechtingen verwijderd of opgelost zijn. Houd de wond zoveel mogelijk droog. Dit is beter voor een goede wondgenezing. Je kunt daarom ook beter géén afsluitbare pleister op de wond gebruiken, want deze maakt de wond vochtig.
Na enkele dagen kun je weer gaan werken. Zwaar lichamelijk werk bouw je langzaam op. Vraag je je af of jouw aandoening of behandeling gevolgen heeft voor het doen van jouw werk? Overleg dan met jouw specialist of bedrijfsarts. De bedrijfsarts begeleidt jouw terugkeer naar jouw werk. Afspraken over jouw werk gaan vaak soepeler als je de bedrijfsarts al vóór de operatie op de hoogte brengt.
Een goede pijnstilling is belangrijk om goed te kunnen genezen. Je kunt het beste de pijn de eerste dagen met pijnstillers onderdrukken en dit langzaam afbouwen:
Het is mogelijk dat jouw pijnklachten door irritatie van de zenuw na de operatie niet meteen weg zijn. Na een paar dagen moeten deze klachten wel minder worden. Je kunt bij aanhoudende pijn altijd contact opnemen met jouw arts en/of verpleegkundige.
Complicaties komen zelden voor. De belangrijkste zijn bloedingen en soms een wondinfectie. Wel kunnen klachten die voor de behandeling aanwezig waren soms blijven bestaan.
Neem de eerste week na de operatie contact op met het ziekenhuis in onderstaande gevallen.
Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact op met de polikliniek Plastische chirurgie via 088 - 005 7755 of plastischechirurgie@rijnstateclinics.nl.
Buiten kantooruren neem je in geval van spoed contact op met de Spoedeisende Hulp via 088 - 005 6680.
Voor deze behandeling ontvangen wij je graag bij Rijnstate Clinics. Rijnstate Clinics is onderdeel van topklinisch ziekenhuis Rijnstate. Bij Rijnstate Clinics zijn we gespecialiseerd in planbare zorg. Planbare zorg is zorg die medisch gezien geen spoed heeft. Maar vaak voor de beleving van de patiënt wel spoed heeft. We bieden de beste medische zorg met snelle toegangstijden, de beste medisch specialisten en een vast zorgteam. Met de vertrouwde expertise en het hoogwaardige operatiekamercomplex van Rijnstate zijn we er voor iedereen.