1. Home
  2. Informatie
  3. Artrose aan hand of pols

Bij beginnende artrose heb je last van pijn bij het bewegen van een gewricht of bij het belasten daarvan. Vaak is deze pijn zogenaamde 'startpijn', pijn die zich voordoet zodra je in beweging komt na rust, bijvoorbeeld de eerste tien minuten na het opstaan. In een wat later stadium zijn gewrichten vaak stijver en heb je ook in rust last van pijn. Bij het bewegen van de aangedane gewrichten is soms een krakend geluid te horen. Uiteindelijk kan een gewricht ernstig misvormd raken. Vaak is er dan ook sprake van een zwelling van de gewrichten.

Wat is artrose?

Een gewricht is een plaats waar twee of meer botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Het wordt omgeven door een gewrichtskapsel. De uiteinden van die botten zijn, op de plaats van het gewricht, bekleed met een dikke laag veerkrachtig weefsel: het (gewrichts)kraakbeen. Dit kraakbeen zorgt ervoor dat de botten soepel kunnen bewegen. Artrose is een aandoening waarbij er veranderingen in het gewrichtskraakbeen plaatsvinden. Het al bestaande kraakbeen verliest vocht en wordt minder elastisch. Ook wordt er te weinig nieuw kraakbeen aangemaakt. Op den duur kan het kraakbeen helemaal verdwijnen. De botuiteinden komen dan tegen elkaar te liggen. Hierdoor kunnen de botten niet langer soepel ten opzichte van elkaar bewegen. Het gewricht wordt stijf en bewegen pijnlijk.

Hoe ontstaat artrose?

Hoe het precies komt dat de kwaliteit van het kraakbeen verandert is niet bekend. Wel kennen we verschillende factoren die een rol spelen: aanleg/erfelijkheid, de bouw van een gewricht en de belasting van het gewricht door een bepaalde lichaamshouding of werkhouding.

De term 'slijtage', in plaats van artrose, is niet helemaal juist. Door overbelasting kan een gewricht slijten en het gewrichtskraakbeen in dat gewricht afnemen, zonder dat daarbij sprake is van een verandering van het kraakbeen. Bij artrose is de kwaliteit van het gewrichtskraakbeen zelf veranderd.

Hoe stellen we de diagnose?

Er worden altijd röntgenfoto's gemaakt en soms is een aanvullende CT-scan nodig. Het is bekend dat er niet altijd een samenhang is tussen het beeld op de röntgenfoto en de ernst van de klachten.

Welke behandelingen zijn er mogelijk?

Artrose kan niet genezen worden, maar door een goede behandeling kunnen klachten als stijfheid en pijn verminderen. De slijtage is blijvend. Afhankelijk van de ernst van de aandoening en de mate waarin je klachten hebt kiest de arts samen met jou een geschikte behandelmethode. Enkele gebruikelijke behandelingen zijn:

Spalk en/of medicatie

Je krijgt een spalk plus een aantal leefregels van de handtherapeut. De spalk kan meer of minder flexibel zijn. Soms is het nodig dat je ontstekingsremmende medicijnen gebruikt. De handtherapeut kan bewegingsinstructies geven waardoor het aangedane gewricht wordt ontlast. Sommige mensen hebben baat bij warmtetherapie. Deze behandelingen zijn vooral geschikt voor mildere vormen van artrose.

Operatie

  • Het vervangen van het aangedane gewricht door een gewricht van kunststof: artroplastiek
  • Het vastzetten van het gewrichtje: artrodese

Artroplastiek

De operatie heeft als doel het aangedane gewricht te vervangen door een kunstgewricht van siliconen of van metaal en kunststof zodat jouw hand weer pijnvrij wordt en zo goed mogelijk kan functioneren.

De operatie vindt in principe plaats onder regionale verdoving in dagbehandeling. Je krijgt een injectie in de oksel of net boven het sleutelbeen (schouder). Jouw hand wordt schoongeborsteld en gedesinfecteerd met een speciale vloeistof. De operatie gebeurt onder ''bloedleegte'' van de arm. Zo is er geen bloedverlies en houdt de arts goed zicht op alle kleine structuren, zoals zenuwen, in jouw hand. Je krijgt hiervoor een knelband om jouw arm. Deze band wordt opgepompt zodat er geen bloed meer naar de hand kan stromen. Er wordt een kleine insnede aan de kant van de handpalm ter hoogte het te vervangen gewrichtje gemaakt. Het aangedane gewrichtje wordt verwijderd en het nieuwe gewrichtje geplaatst. De wond wordt gehecht, waarna de duim en onderarm worden ingegipst.

Je kunt enkele uren na de operatie, onder begeleiding, naar huis. Je hebt dan het gevoel in je arm weer terug. Eventuele napijn kun je bestrijden met paracetamol. Het litteken kan nog wel een aantal maanden gevoelig blijven. Beweeg de vingers zo snel mogelijk en zoveel mogelijk. Houd de geopereerde hand zoveel mogelijk hoog en ook af en toe boven het hoofd. De eerste week moet je de draagdoek blijven gebruiken.

Na twee weken mogen de hechtingen eruit en krijg je opnieuw gips. Dit gips moet nog minstens een week blijven zitten. Daarna volgt een periode van zes tot acht weken waarin je een afneembare spalk draagt. Je moet nu ook oefeningen doen, in het begin om het gewricht soepel te houden, later om de hand sterker te maken.

Houd er rekening mee dat je al deze tijd niet mag autorijden. Sporten kun je pas weer na drie tot zes maanden. In deze eerste zes weken kom je wekelijks bij de handtherapeut voor revalidatie. Soms wordt een röntgenfoto gemaakt van de vinger of duim.

Artrodese

De operatie heeft als doel het aangedane gewricht vast te zetten zodat jouw hand weer pijnvrij wordt.

De operatie vindt in principe plaats onder regionale verdoving in dagbehandeling. Je krijgt een injectie in de oksel of net boven het sleutelbeen (schouder). Je hand wordt schoongeborsteld en gedesinfecteerd met een speciale vloeistof. De operatie gebeurt onder ''bloedleegte'' van de arm. Zo is er geen bloedverlies en houdt de arts goed zicht op alle kleine structuren, zoals zenuwen, in jouw hand. Je krijgt hiervoor een knelband om jouw arm. Deze band wordt opgepompt zodat er geen bloed meer naar de hand kan stromen.

Er wordt een kleine insnede aan de kant van de handpalm ter hoogte van het aangedane gewricht gemaakt. Het zieke kraakbeen wordt eerst van het gewricht afgehaald. Eventueel wordt de holte opgevuld met extra bot, dat in de meeste gevallen uit het bot van de onderarm of elleboog gehaald wordt. Dit is niet altijd nodig maar kan de genezing stimuleren als het nodig is. Alles wordt vastgezet met kleine metalen pennetjes. De wond wordt gehecht, waarna de hand en onderarm worden ingegipst.

Je kunt enkele uren na de operatie, onder begeleiding, naar huis. Je hebt dan het gevoel in je arm weer terug. Napijn mag je bestrijden met paracetamol. Beweeg de vingers zo snel mogelijk en zoveel mogelijk. Houd de geopereerde hand zoveel mogelijk hoog en ook af en toe boven het hoofd.

Het gips moet zes weken blijven zitten; al deze tijd mag je niet autorijden. Sporten kun je pas weer na drie tot zes maanden. In deze eerste zes weken kom je wekelijks bij de handtherapeut voor revalidatie. Soms wordt een röntgenfoto gemaakt van de vinger of duim.

Contact

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact op met een van onderstaande poliklinieken:

Buiten kantooruren neem je in geval van spoed contact op met de Spoedeisende Hulp via 088 - 005 6680.

Over Rijnstate Clinics

Voor deze behandeling ontvangen wij je graag bij Rijnstate Clinics. Rijnstate Clinics is onderdeel van topklinisch ziekenhuis Rijnstate. Bij Rijnstate Clinics zijn we gespecialiseerd in planbare zorg. Planbare zorg is zorg die medisch gezien geen spoed heeft. Maar vaak voor de beleving van de patiënt wel spoed heeft. We bieden de beste medische zorg met snelle toegangstijden, de beste medisch specialisten en een vast zorgteam. Met de vertrouwde expertise en het hoogwaardige operatiekamercomplex van Rijnstate zijn we er voor iedereen.

Sluiten

Welke informatie wil je downloaden?

Selecteer hieronder welke onderdelen van de pagina je wilt downloaden.

Lettergrootte PDF

Rijnstateclinics.nl plaatst cookies, onder andere om de website gebruiksvriendelijker te maken. U blijft anoniem. Meer informatie leest u in onze privacyverklaring.