Hand en pols

Skiduim

Klachten bij een skiduim

Bij een skiduim heb je last van pijn en zwelling in het onderste gewricht van je duim, aan de binnenkant van de overgang van je duim naar je hand. Daarnaast heb je last van krachtverlies van je duim. De pijn is heel precies. Op de plaats van de pijn is er eventueel een blauwe verkleuring. Een skiduim ontstaat meestal tijdens het sporten. Bijvoorbeeld als de bal tijdens volleybal of voetbal hard op je uitgestrekte duim terecht komt. De skiduim is het meest voorkomende armletsel bij skiërs, vandaar de naam. Dit ontstaat als je tijdens een val met je duim in de lus van de skistok blijft haken.

Bij de overgang van je duim naar je hand zit een scharniergewricht, het MCP-gewricht (metacorpofalangeale gewricht). Een samenspel van verschillende elementen in de duim en hand houdt dit gewricht stabiel. Deze elementen zorgen ervoor dat het bewegen van je duim makkelijk gaat. Ook zorgen ze ervoor dat je gewricht niet beschadigd raakt. Onderdeel van dit ingewikkelde systeem zijn de gewrichtsbanden (ligamenten).

Bij een skiduim gaat het specifiek om één van die ligamenten, het ulnaire collaterale ligament. Deze gewrichtsband zorgt ervoor dat de duim niet te ver naar achteren buigt. Bij de skiduim is deze gewrichtsband gedeeltelijk gescheurd of verrekt. Het is ook mogelijk dat de band verzwakt is door jarenlange overbelasting. Dan noemen we dit een jachtopzienersduim.

Hoe stellen we de diagnose?

De arts bekijkt en bevoelt je duim. Daarna voert hij een test uit om te zien hoe stabiel het gewricht nog is. De arts duwt de duim naar buiten en naar achteren in verschillende posities. Deze test is soms pijnlijk en daarom kan je met je arts overleggen over een pijnstillende injectie. In sommige gevallen is het belangrijk dat je aangeeft of je hand meer pijn doet in een bepaalde stand. In dat geval is pijnstilling tijdens de test helaas niet mogelijk. Naast de test maakt de arts een röntgenfoto. Wanneer de arts een volledig gescheurde band vermoedt, is het noodzakelijk een echografie uit te voeren. Met geluidsgolven wordt dan een beeld gevormd van de binnenkant van je duim.

Welke behandelingen zijn er mogelijk?

Welke behandeling de arts inzet, hangt af van hoe erg je blessure is. Is de gewrichtsband verrekt of gedeeltelijk gescheurd? Dan start de arts eerst een niet-chirurgische behandeling. Je krijgt dan eerst ongeveer twee weken een vaste gipsspalk. Als je gewrichtsband maar licht verrekt is, is het intapen van je duim ook genoeg. Hierna krijg je oefeningen. Als dat goed gaat, mag je beginnen aan het opbouwen van de kracht van je duim. Na ongeveer acht weken is het mogelijk om je normale bezigheden weer op te pakken.

Het kan ook zijn dat de band geheel gescheurd is of dat een losgeraakt botfragmentje tijdens het ongeval verschoven is. In dat geval is een operatie noodzakelijk. Je krijgt een volledige narcose of een plaatselijke verdoving. De chirurg hecht dan het uiteinde van de gewrichtsband aan het bot. Eventueel haalt de chirurg een klein los botfragmentje weg en vervangt deze door een groter fragment. Als de operatie binnen vier weken na het ongeval plaatsvindt, herstelt de duim zich vaak volledig. Na de operatie moet je enkele weken een spalk dragen. Deze spalk is in veel gevallen afneembaar, zodat je elke dag oefeningen kan doen.

Rijnstateclinics.nl plaatst cookies, onder andere om de website gebruiksvriendelijker te maken. U blijft anoniem. Meer informatie leest u in onze privacyverklaring.