Als je last hebt van het carpaletunnelsyndroom (CTS), dan wordt de middelste handzenuw (nervus medianus) bekneld ter hoogte van de pols. De zenuw loopt bij de pols door een tunnel, de carpale tunnel. Naast de handzenuw lopen er ook een aantal pezen door de carpale tunnel.
Het carpaletunnelsyndroom kan verschillende klachten veroorzaken, zoals;
Het carpaletunnelsyndroom komt veel voor, maar het is niet altijd duidelijk wat de oorzaak is. Het kan komen doordat de carpale tunnel in aanleg al krap is. Daarnaast zijn nog veel meer mogelijke oorzaken, zoals:
Vrouwen hebben vaker last van het carpaletunnelsyndroom dan mannen.
Als je huisarts vermoedt dat je het carpaletunnelsyndroom hebt, dan word je doorverwezen naar de poli neurologie van Rijnstate Clinics. Eerst belt de spreekuurassistente je en wordt er gekeken welke afspraak het beste bij je past. Tijdens de afspraak op de poli neurologie bespreken we je klachten en onderzoeken we je hand. Vaak zal aanvullend onderzoek middels echografie en/of EMG nodig zijn. Met echografie onderzoeken we of de zenuw verdikt is bij de carpale tunnel. Bij EMG-onderzoek bekijken we met kleine stroompjes of de zenuw deze signalen nog goed doorgeeft. De stroompjes geven een prikkelend of kloppend gevoel. Uit beide onderzoeken kan komen dat je het carpaletunnelsyndroom hebt.
Bij veel mensen verminderen de klachten vanzelf. Dit gebeurt sneller als je nog niet zo lang last hebt of als je nog jong bent. Als je ’s nachts een spalk of brace draagt, krijgt je pols en hand rust. Dit kan helpen bij het herstel.
We kunnen klachten ook verminderen door een injectie in de pols met een ontstekingsremmend medicijn. Soms geven we met het medicijn ook een verdovend middel. Helaas werkt het medicijn na een aantal weken tot maanden niet meer. Dan kunnen de klachten weer terugkomen.
Soms is een operatie nodig. De (plastisch) chirurg maakt dan meer ruimte voor de zenuw in de pols. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. De kans dat de klachten voor altijd wegblijven, is na een operatie groter dan na een injectie of een spalk. Een operatie is echter geen garantie dat je helemaal herstelt. Het is belangrijk dat je de eerste weken na de operatie rust houdt met je hand. De ingreep duurt 15 tot 30 minuten.
Dhr. Kolkman
Trauma- en handchirurg
Dhr. Konings
Orthopedisch chirurg
Mevr. dr. Kroese-Deutman
Plastisch-, reconstructief en handchirurg
Dhr. dr. Pull ter Gunne
Trauma- en handchirurg
Mevr. drs. Rust
Plastisch-, reconstructief en handchirurg
Mevr. dr. Schouten
Plastisch chirurg
Dhr. dr. Smeets
Vaatchirurg
Dhr. van Sterkenburg
Vaatchirurg
Dhr. dr. Vehof
Plastisch chirurg en handchirurg
Mevr. dr. Verstraete
Neuroloog