Als je klachten hebt aan je hand en pols die veroorzaakt worden door beginnende artrose, heb je vaak last van pijn bij het bewegen van een gewricht of bij het belasten ervan. Deze pijn doet zich vaak voor als je na rust in beweging komt, bijvoorbeeld de eerste 10 minuten na het opstaan. Dit noemen we ‘startpijn’. In een wat later stadium verstijven de gewrichten vaak en heb je ook in rust last van pijn. Ook is er soms een krakend geluid te horen bij het bewegen van je hand of pols. Uiteindelijk kan een gewricht ernstig misvormd raken. Vaak is er dan ook sprake van een zwelling van de gewrichten.
In een gewricht bewegen twee of meer botten ten opzichte van elkaar, omgeven door een gewrichtskapsel. De uiteinden van die botten zijn bekleed met een dikke laag veerkrachtig weefsel: het kraakbeen. Kraakbeen zorgt ervoor dat botten soepel kunnen bewegen. Bij artrose vinden er veranderingen aan het kraakbeen plaats. Het verliest vocht en wordt minder elastisch. Ook wordt er weinig nieuwe kraakbeen aangemaakt. Op den duur kan het kraakbeen helemaal verdwijnen. De botuiteinden komen dan tegen elkaar te liggen. Hierdoor bewegen ze niet langer soepel ten opzichte van elkaar. Het gewricht wordt dan stijf en bewegen pijnlijk.
Hoe het precies komt dat de kwaliteit van het kraakbeen verandert is niet bekend. Wel kennen we verschillende factoren die een rol spelen: aanleg/erfelijkheid, de bouw van een gewricht en de belasting van het gewricht door een bepaalde lichaamshouding of werkhouding.
Als je naar Rijnstate Clinics wordt doorverwezen met klachten die mogelijk duiden op artrose aan hand en pols, maken wij altijd röntgenfoto’s. Soms is er een aanvullende CT-scan nodig. Het is bekend dat er niet altijd een samenhang is tussen het beeld op de röntgenfoto en de ernst van de klachten.
Artrose is niet te genezen, maar door een goede behandeling kunnen klachten als stijfheid en pijn verminderen. De slijtage is blijvend. Afhankelijk van de ernst van de aandoening en hoe erg je klachten zijn, kiest de arts samen met jou een geschikte behandelmethode.
Bij mildere vormen van artrose aan hand en pols kiezen we vaak voor een spalk, al dan niet in combinatie met ontstekingsremmende medicijnen. De spalk krijg je van de handtherapeut, samen met een aantal leefregels. De handtherapeut geeft bewegingsinstructies, waardoor je het gewricht ontlast. Ook kunnen andere adviezen worden gegeven, zoals bijvoorbeeld warmtetherapie.
Wanneer de klachten niet afnemen, is een operatie nodig. We kennen drie soorten operaties: artroplastiek, artrodese en het verwijderen van een botje. Bij artroplastiek vervangen we het aangedane gewricht door een kunstgewricht. Deze is van siliconen of van metaal en kunststof. Bij artrodese zetten we het aangedane gewricht vast. Dit doen we door het aangetaste kraakbeen eerst van het gewricht af te halen. Eventueel vullen we de holte die ontstaat op met extra bot. Dit halen we meestal uit je pols of elleboog en doen we om de genezing te stimuleren. Dit is niet altijd nodig. Vervolgens zetten we het met pinnetjes, schroeven of een plaat aan elkaar.
Tot slot zijn er gewrichten waar het goed werkt om een botje met artrose te verwijderen, zoals bij het duimbasis gewricht. Op deze manier wordt het contact tussen twee beschadigde gewrichtsdelen voorkomen.
Een implantaat is een medisch hulpmiddel dat in uw lichaam is geplaatst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een heup- of borstprothese, een pacemaker, of platen en schroeven. Wilt u meer weten over uw implantaat of prothese? Kijk dan in uw dossier op Mijn Rijnstate in het menu onder 'Implantaten'. Hier vindt u informatie als de naam, het type implantaat, het serienummer, en de datum waarop u uw implantaat heeft gekregen.
